De eerste twee teams van elke reeks mochten naar de finale, samen met de twee snelste verliezers. De Belgian Rockets kwamen meteen in de eerste serie terecht. Elise Mehuys, Delphine Nkansa, Rani Vincke en Rani Rosius snelden naar een seizoensbeste van 43″58. Met een vierde plaats was het wachten op de tijden uit de andere reeks. Uiteindelijk zette het Belgisch kwartet de snelste verliezende tijd neer waardoor de finale binnen was.

Elise Mehuys mocht de debatten openen voor de Belgian Rockets. De startloopster deed het goed en stormde als derde van alle deelnemers op Delphine Nkansa af. Het werd nog even nipt om het stokje goed door te geven, maar Nkansa was gelanceerd. De halve finaliste van de 100 en 200m hield de positie goed vast. Vervolgens was het aan Rani Vincke. Zij viel licht terug naar de vijfde plaats.

Slotloopster Rani Rosius wist dus wat haar te doen stond. Rosius zette de vierde tijd van alle deelnemers neer, maar kon daarmee niet in de buurt komen van de eerste drie landen. De Rockets werden zo vierde in een seizoensbeste van 43″48. Of dat genoeg was voor een plaats in de finale, wisten we pas na de tweede en laatste reeks. En ja hoor, de Belgian Rockets gaan met de snelste verliezende tijd door naar de finale.

Mehuys gaf achteraf meer duiding bij de wissel. “Delphine (Nkansa; red.) is gewoon zo snel en ik voelde dat ik er niet ging komen. Ik riep gelukkig op tijd zodat ze één pas minder heeft doorgeduwd en ik er kwam. We hadden nog zo’n zes meter over dus het was oké, maar in de finale gaan we zeker een pasje minder zetten. Ik ben heel blij dat het vandaag gelukt is. De finale was het grote doel en zondag gaan we genieten.”

Delphine Nkansa liep pas voor het eerst met de nationale ploeg. “Er zaten nog veel fouten in. Het kan nog veel sneller”, zei ze na afloop. “Er valt nog veel te leren voor ons, en vooral voor mij, maar ik ben superblij dat we in de finale staan. Deze morgen had ik hoofdpijn omdat ik al vier races in de benen heb, maar uiteindelijk ging het wel. Ik ga nog goed rusten de komende dagen. Na mijn 200 meter was ik heel triest, dus ik ben blij dat het deze keer beter was.”

Vincke was achteraf vooral opgelucht dat het stokje veilig de finish bereikte. “Ik ben echt content. De finale halen was niet vanzelfsprekend. Stap één was vooral zorgen dat we veilig aankwamen. Toen ik Delphine achter zich zag kijken was ik even in paniek, maar ik ben relatief rustig gebleven. Al had ik voor de wedstrijd veel stress. Mijn benen waren spaghetti. Hopelijk is dat zondag beter. Ik ben blij dat we toch als jonge, nieuwe ploeg dit doel gehaald hebben. Zondag gaan we genieten en hopelijk krijgen we een lage 43″ op het scherm.”

“Heel het stadion heeft ons horen schreeuwen”, zei Rosius euforisch. “We waren zo excited toen we wisten dat we in de finale stonden. Rani (Vincke; red) en ik hebben het EKU20 en U23 al gelopen en zijn door foute wissels nooit in de finale geraakt. Nu ging het eindelijk goed en dat geeft vertrouwen. Het 4x100m-team is terug. We lopen bijna de individuele tijden als het team dat olympisch kampioen werd. Als we onze wissels beter krijgen, dan gaan we nog veel stappen kunnen zetten.”