De tweede dag op het EK voor junioren is teleurstellend gestart voor het Belgische team. Merel Maes zou in principe geen problemen mogen ondervinden tijdens de kwalificaties in het hoogspringen. De 16-jarige atlete van ACW ging echter drie keer de mist in tijdens op de openingshoogte van 1m74. Haar finaledroom smolt daardoor als sneeuw voor de brandende Estse zon. Lucie Grandjean kon zich in de reeksen van de 1500m niet verzekeren van de finale. Grandjean werd negende in de eerste en meteen ook traagste reeks in een tijd van 4’30″50. 

Na een degelijke eerste dag op het EK voor junioren werd het uitkijken naar de vroege vogels in de ochtendsessie van de tweede dag. Merel Maes leek op papier probleemloos naar de finale te kunnen in het hoogspringen. Het draaide echter anders uit voor de 16-jarige atlete van ACW. In haar eerste poging op 1m74 ging het grondig fout. Daarna leek Maes zich te herpakken, tot de laat ook bij haar tweede kans ging liggen. In de ultieme derde poging had de scholiere héél veel overschot, al tikte ze de lat opnieuw aan. De finaledroom van de hoogspringster spatte bij haar openingshoogte uiteen. Vorige week was Maes tijdens een ’testje’ in Lokeren nog goed voor een gecontroleerde 1m83, een hoogte die mits gelukte sprongen in de eerste poging zou volstaan om naar de finale te mogen.

Lucie Grandjean stond voor een moeilijke opdracht in de reeksen van de 1500m. Grandjean kwalificeerde zich op het nippertje voor het EK en moest op haar eerste internationale afspraak vooral de wedstrijd ondergaan. Grandjean liep een intelligente koers, maar kwam in de slotfase tekort om mee te dingen naar een finaleplaats. Met een negende plaats in 4’30″50 kwam ze ruim tekort voor de finale. Daarvoor was namelijk via de verliezende tijden minstens 4’23″21 nodig. “Het was mijn eerste keer op dit niveau. Ik moest het wat ontdekken. Aan de koord probeerde ik weinig meters te maken, al moest ik afrekenen met het nodige duwwerk. Ik hoopte stiekem om te kunnen versnellen in de laatste ronde, maar mijn benen weigerden. Het voortdurende veranderende ritme was iets waar ik me op had voorbereid, maar het blijft iets héél lastig om mee om te gaan. De ervaring van dit EK is fantastisch en het doet al smaken naar meer”, aldus Grandjean.