De aanloop naar het BK veldlopen is voor Simon Debognies allesbehalve traditioneel geweest. Toch staat hij deze week opvallend optimistisch aan de start. “Het is eigenlijk pas sinds afgelopen zondag dat ik het écht zie zitten,” vertelt hij. “De voorbije maanden zijn niet gelopen zoals gepland, hoewel ik er in juni heel bewust voor gekozen had om richting het EK cross te werken. Dat was het eerste kampioenschap waarvan ik dacht: dit is haalbaar, hier wil ik écht nog eens naartoe pieken.”
Hij begon begin juli met een brede basisopbouw en trok in augustus drie weken naar Sankt Moritz. Daar combineerde hij trainingsarbeid met een stukje vakantie, al lag de focus vooral op consistentie en fundamenten leggen. “Het is niet meer zoals vroeger dat je zomaar door het jaar op stage kan. Dus die weken waren heel waardevol.” Na de hoogtestage werd de trainingsintensiteit langzaam opgedreven richting de eerste crossen. Eind oktober voelde hij zich zelfs in een uitstekende vorm. “Ik zat al echt goed. En dan werd ik een week voor Roeselare ziek.”
Wat aanvankelijk onschuldig leek, sleepte onverwacht lang aan. Hij voelde zich na enkele dagen wel beter, maar merkte dat er toch iets in zijn lichaam bleef hangen. “Ik had twee weken lang het gevoel dat mijn systeem niet volledig mee wilde. Ik probeerde een paar keer opnieuw op te bouwen, maar dat was het telkens nét niet.” Samen met zijn trainer Tim Moriau beslisten ze om geduldig te zijn: minder intensiteit, tragere duurlopen en af en toe een extra rustdag. “Dat was mentaal best pittig, want ik voelde dat de basis goed was. Maar doorduwen zou alles alleen maar erger maken.”

Begin november zag hij het opnieuw even positief in — tot hij plots volledig begon ‘leeg’ te lopen. “Ik voelde me oververmoeid. Trainingen draaiden gewoon niet meer. Dan begin je te twijfelen: komt dit nog goed tegen het BK?” Een bloedafname toonde niets verdachts, maar het geplande wedstrijdritme — met Roeselare én een 10 km in Lille — moest hij opbergen. De echte ommekeer kwam pas afgelopen weekend. “Zondag voelde ik plots weer frisheid. Alles draaide weer normaal. Dat was een enorme opluchting. Het gevoel was zó veel beter dan verwacht dat ik me meteen heb ingeschreven voor het BK.” Een stevige training van acht keer duizend meter deze week gaf de definitieve bevestiging. “Twee weken geleden was dat echt ondenkbaar.”
Zondag wordt dus zijn eerste wedstrijd sinds het BK 10.000 meter in juni. Nadien nam hij bewust geen enkele wedstrijd meer op, om volledig richting het EK cross te kunnen werken. “Ik wist dat ik daar alleen met een perfecte voorbereiding top zou kunnen zijn. Het is anders gelopen, maar de vorm in oktober was heel goed. En nu die vermoeidheid weg is, is dat vertrouwen er opnieuw.”
Het EK en BK spookten in de zomer al door zijn hoofd. “Je moet keuzes maken: ga ik voor een snelle tijd op de halve marathon, in Valencia bijvoorbeeld? Of zet ik alles op een kampioenschap? Ik ben heel duidelijk iemand die het voor die kampioenschappen doet.” Bovendien lag er een extra motivatie: hij stond nog nooit als senior aan de start van het EK cross. “Dat is een ervaring die ik nog wil meepakken.” Het snelle parcours in Portugal speelde ook mee. “Het wordt droog, snel, bijna een parkloop. Dat ligt mij enorm. Maar eerst moet ik het BK hier overleven — met al die regen wordt het natuurlijk iets helemaal anders.”

Naast de sport veranderde ook zijn privéleven recent ingrijpend. In oktober 2024 werd hij papa, en niet veel later liep zijn contract bij Defensie af. Sinds januari werkt hij vier vijfde op een boekhoudkantoor. “Het is een heel ander ritme dan wat ik gewend was. Je combineert vaderschap, vaste werkuren én topsport… dat is pittig. Mijn vrije woensdag is cruciaal voor de zwaardere trainingen en herstel. Maar zelfs dan is het zoeken.” Richting het EK outdoor van volgend jaar wil hij even terugschakelen naar halftijds, onder ouderschapsverlof. “Ik heb echt een klik gemaakt. Als ik tot 2028 wil gaan voor LA, moet ik nu keuzes durven maken. Ik wil later geen spijt hebben dat ik niet alles gegeven heb.”
Sportief verlegt hij zijn focus opnieuw naar de 10.000 meter. De marathon schuift hij voorlopig aan de kant. “Ik heb er twee jaar volledig op ingezet, en op papier lag die afstand me. De trainingen gingen goed, maar elke wedstrijd mislukte door maagproblemen. We vonden de oorzaak maar niet. Dan moet je jezelf afvragen of je daar nog jaren in wilt blijven zoeken. Mijn beste jaren komen eraan — ik wil die besteden aan afstanden waar ik weet dat ik op mijn niveau kan presteren.” Hazen op de marathon blijft hij wel graag doen. “Ik ben tempovast en help graag anderen, maar zelf nog een marathon lopen richting de Spelen zie ik voorlopig niet gebeuren.”
Voor zondag staat er één doel onverbiddelijk bovenaan: top vier, en dus EK-kwalificatie. “Het is een BK, dat blijft belangrijk, maar mijn focus ligt echt op deelname aan het EK en daar goed zijn.” Hij ziet een brede groep concurrenten. “Isaac Kimeli steekt er natuurlijk bovenuit. Die is op zijn minst één klasse beter dan de rest, zelfs als hij niet op zijn top zit. Daarachter is het super open: John Heymans, Guillaume Grimard, Marco Vanderpoorten, Thomas Vanoppen, Ruben Verheyden, … er zijn veel namen die kunnen verrassen, zeker als het parcours niet té zwaar ligt.” De modder blijft wel een zorg. “Ik ben geen pure moddercrosser. Ik herinner me edities in Roeselare waarin ik echt niet vooruit raakte. Hopelijk blijft het enigszins doenbaar.” Dat de afstand verkort is naar 7,8 km ziet hij dan weer als een voordeel voor de snellere piste-atleten. “Er zijn veel vraagtekens — ook over mijn eigen niveau — maar we hebben sowieso een heel sterke lichting richting Portugal.”

Op termijn wil hij de piste combineren met snelle stratenlopen. “De 10 km en de halve marathon liggen mij enorm, en ik wil die zeker blijven doen. Maar als je naar LA 2028 wilt, moet je op de piste staan. Die combinatie wordt mijn richting voor de komende jaren.”
Voor het EK 10.000 meter volgend jaar in Birmingham lijkt hij in principe al geplaatst, als België de kwalificatieregels van European Athletics volgt. “Ik liep de limiet van 27’50’’ tijdens de Europabeker in Pacé dit jaar. Als dat wordt overgenomen, geeft dat enorm veel rust in de voorbereiding.”
En dan was er nog dat onverwachte moment in september: hij werd Halse Sporter van het Jaar, nipt voor clubgenoot Isaac Kimeli. “Als zijn WK-prestatie had meegeteld, was de prijs waarschijnlijk naar hem gegaan. Maar voor mij was het echt bijzonder. Ik ben geboren en getogen in Halle, altijd OEH trouw gebleven en ik woon er nog steeds. Dan voelt die erkenning extra speciaal. Het is de eerste keer dat ik hem krijg, en ik ben er echt trots op.”

![BK veldlopen: Kan iemand koning Kimeli onttronen in Hulshout? [Voorbeschouwing]](https://www.atni.be/wp-content/uploads/2025/01/DSC05674-218x150.jpg)




![Wie doet in Roeselare meteen een goede zaak in de strijd om het CrossCup-klassement? [Voorbeschouwing]](https://www.atni.be/wp-content/uploads/2025/10/6S3A0822-1-218x150.jpeg)









![Wie stopt Jana Van Lent in Berlare en wordt CrossCup Relays-hegemonie van Rock’n’Run doorbroken? [Voorbeschouwing]](https://www.atni.be/wp-content/uploads/2025/09/250913-Jana-002-218x150.jpeg)
