De eerste dag van het WK werd gekleurd door de bronzen medaille voor ons land op de gemengde 4x400m. Ook heel wat andere Belgen kwamen echter al in actie. Jana Van Lent liep naar de veertiende plaats op de 10.000m. Rani Rosius, Ben Broeders en Tim Van de Velde konden helaas niet doorstoten.
In het slotnummer van de eerste dag, de gemengde 4x400m, pakte ons land de eerste medaille van dit WK. Hoe Ponette na een magistrale sprint die bronzen plak binnenhaalde, kunt u hier nog eens nalezen.
Ook Jana Van Lent kwam deze zaterdag al in actie in een finale. Zij betwist op dit WK zowel de 5.000m als de 10.000m. Voor die langste afstand stonden er geen kwalificaties op het programma. In de rechtstreekse finale nestelde Van Lent zich in eerste instantie goed in het midden van het uitgestrekte pak. Nog voor halfweg wedstrijd ontstond echter al een eerste breukje. De strijd om de medailles barstte vervolgens helemaal los op het moment dat de Ethiopische Gudaf Tsegay het tempo de hoogte indreef. Enkel favoriete Beatrice Chebet, Europees kampioene Nadia Battocletti en Agnes Jebet Ngetich konden volgen. Die laatste greep als vierde echter net naast een medaille. De Keniaanse Chebet (30’37”61) maakte haar favorietenrol waar door Battocletti en Tsegay achter zich te laten. De Italiaanse won wel het duel om het zilver in een nieuw nationaal record (30’38”23) van Tsegay (30’39”65). In de achterhoede liep Van Lent op haar eerste WK als vierde Europese naar de dertiende plaats. Ze liet de klok stoppen na 31’44”05.
De eerste ronde op de 100m bij de vrouwen bestond uit zeven reeksen. Rani Rosius kwam in reeks twee in actie. De Limburgse kende een moeilijk outdoorseizoen met een steeds terugkerende kwaal aan de achillespees. Des te straffer is het dat Rosius, een echt kampioenschapsbeest, net nu in Tokio haar beste tijd van dit seizoen liet noteren (11”25). Die tijd volstond helaas echter niet om zich van een plekje in de halve finales te verzekeren. Ze werd namelijk vierde in haar reeks en moest bijgevolg hopen op het vangnet van de verliezende tijden. Die hoop bleek echter ijdel te zijn. Het zure is dat Rosius met haar tijd in een andere reeks wel gekwalificeerd zou zijn geweest. Onze nationale recordhoudster op de 60m komt met de Belgian Rockets wel nog in actie op de 4x100m. Medaillekandidaten Julien Alfred (10”93), Daryll Neita (10”94) en Melissa Jefferson-Wooden (10”99) doken allemaal al meteen onder de 11 seconden en maakten duidelijk dat het hen menens is.
Ook Ben Broeders slaagde er niet in om zich door de kwalificaties te worstelen. In het polsstokspringen bij de mannen raakte de nationale recordhouder niet over 5m70. Voor een plek in de finale moest hij echter over 5m80 geraken of zich bij de eerste twaalf voegen. Broeders vervulde geen enkele van die twee criteria en sluit zijn WK zo af als zestiende. Kleppers Armand ‘Mondo’ Duplantis, Emmanouil Karalis en Sam Kendricks plaatsen zich wel probleemloos.
Tim Van de Velde vervolgens ging op de 3000m steeple vanuit de derde reeks op zoek naar een ticket voor de finale. Daar slaagde onze landgenoot echter niet in. Hij kwam namelijk ten val in de waterbak terwijl hij aan kop liep. “Ik ben gewoon over mezelf gestruikeld”, zei hij daar zelf over bij sporza. De Vlaming sprak ook over alweer een ontgoocheling op een groot kampioenschap. Op het EK vorig jaar kwam hij namelijk ook al ten val met breuken tot gevolg waardoor hij de Olympische Spelen aan zich voorbij moest laten gaan.
Onze landgenoot bolde uiteindelijk nog wel over de streep, maar zijn tijd van 9’02”21 is dus absoluut niet representatief. Temeer omdat hij een concullega over de streep hielp lopen. De Colombiaan Carlos San Martin was zelf namelijk ook al ten val gekomen. Dat gebaar is op papier strafbaar en de jury gaf hem in eerste instantie dan ook een gele kaart, maar die bestraffing trok de jury gelukkig toch weer in. Tweevoudig olympisch kampioen Soufiane El Bakkali liet zich niet verrassen. De Marokkaan plaatste zich als snelste (8’26”99) voor de finale van overmorgen.
In het kogelstoten bij de mannen waren alle ogen dan weer gericht op Ryan Crouser. De Amerikaan was voor de buitenwereld een groot vraagteken, want hij kampte lange tijd met een schouderblessure. In de kwalificaties nam hij alle twijfels echter al weg door zich vlot van een plek in de finale te verzekeren. Daarin stootte hij zijn kogel nog wat verder naar 22m34. Zijn verste worp van dit seizoen. Zo pakt Crouser nog maar eens een mondiale titel in het kogelstoten en bevestigt hij eens te meer zijn status als dé dominante factor in de discipline. Het zilver was verrassend voor de Mexicaan Uziel Muñoz (21m97). Het brons ging naar de Italiaan Leonardo Fabbri (21m94).
In het verspringen bij de vrouwen plaatste olympische kampioene Tara Davis-Woodhall zich probleemloos voor de finale. De Amerikaanse had maar een poging nodig om voorbij de gevraagde 6m75 te springen. Haar sprong van 6m88 was de verste van de hele kwalificatiesessie. Ook Europees kampioene Malaika Mihambo(6m63) kwalificeerde zich voor de finale. De tweede van vorig jaar in Rome, Larissa Iapichino, slaagde daar niet in (6m56).
Ook de kwalificaties van de 1500m bij de vrouwen werden vandaag afgewerkt. Freweyni Hailu kwalificeerde zich met de snelste tijd (4’01”23). Ook de Amerikaanse Nikki Hiltz en de Keniaanse Faith Kipyegon wisten zich te plaatsen voor de halve finale van morgen. De Britse Laura Muir wist dan weer niet door te stoten.
De reeksen op de 100m bij de mannen ten slotte werden door alle toppers overleefd. Oblique Seville (9”93), Noah Lyles (9”95) en Kishane Thompson (9”95) waren enkele van de vijf mannen die nu al onder de 10 seconden konden duiken. De Zuid-Afrikaan Gift Leotlela was met een tijd van 9”87, een nieuw persoonlijk record, zelfs de snelste van alle sprinters.
De eerste dag van het WK in Tokio staat zo in de boeken. Morgen gaat het wereldkampioenschap verder en zit u bij Atletieknieuws uiteraard weer op de eerste rij.
