Vanuit Belgisch oogpunt is het een onvergetelijke Memorial Van Damme geworden. Naomi Van den Broeck eigende zich het Belgisch record op de 400mH toe en Jana Van Lent scherpte het hare aan over 5.000m. Elise Vanderelst en Tim Van de Velde liepen zichzelf de zevende hemel in en boekten last minute tickets voor Tokio. Verder viel vooral Dylan Borlée op door zijn eerste 44″-er in de boeken te zetten.
Jana Van Lent – 10e op de 5.000m (14’37″47 – Belgisch record)
“Het was na Londen pas mijn tweede Diamond League, maar door het Belgische publiek was dit nog een stukje specialer. Zelfs al zat daar dubbel zoveel volk. Toen ik met de auto naar hier kwam bedacht ik mij dat het ook in het Koning Boudewijnsstadion was dat ik het BR voor het eerst liep. Het voelde heel speciaal om dat nu nog eens te kunnen doen en dat voor zoveel publiek. Ik heb er echt van genoten. Twee Belgen die 14″37 en 14″40 lopen, hoe zot is dat?”
“Ik mikte op een tijd onder 14″40, maar tijdens de wedstrijd dacht ik dat het niet zou gaan lukken. De koers was vrij rommelig. Tijdens de laatste twee rondes was ik dus verrast om toch nog de rode wavelights te zien. Als je mij een half jaar geleden had verteld dat ik 14’37” zou lopen had ik je gek verklaard, dit is zalig.”
“Het is een heel mooi seizoen geweest en ik kijk er enorm naar uit om nu ook nog naar Tokio te gaan, waar ik de 5.000m en 10.000m loop. Ik kan moeilijk zeggen waar ik meer van verwacht. 10.000m is een rechtstreekse finale en 5.000m niet dus de ambities zijn ook niet echt vergelijkbaar. Ik ga gewoon eerst focussen op de 10 en daarna de aandacht verleggen naar de 5.”

Naomi Van den Broeck – 3e op de 400mH (54″12 – Belgisch record)
“Helemaal als een verrassing komt dit niet. Ik voelde dat ik tot een goede tijd in staat was, maar ik wist niet wanneer die eruit zou komen. Al het hele seizoen zet ik stappen voorwaarts en elke week ga ik sneller en sneller. Ik kwam steeds dichter bij dat Belgisch record en ergens in mijn hoofd hield ik er ook wel rekening mee dat ik het voor eigen publiek zou kunnen verwezenlijken.”
“Deze prestatie geeft mij ook veel vertrouwen richting het WK van volgende maand. Of de finale mijn ambitie is? Finale of niet, als ik onder de 54” duik, ga ik heel tevreden zijn. Die tijd zit er echt wel in, want ook vandaag was mijn wedstrijd nog niet perfect. Bij de tiende horde zette ik namelijk achttien passen in plaats van zeventien. Daar kan ik dus nog enkele tienden van een seconde winnen.”
Elise Vanderelst – 14e op de 5.000m (14’40″70 – WK-limiet)
“In tegenstelling tot tijdens mijn eerdere koersen kon ik nu gewoon volledig focussen op volgen en de limiet proberen lopen. Het is fantastisch dat het dan ook nog eens lukt om mijn PR met meer dan 10 seconden te verbeteren.”
“Ik ben aan dit 5.000m-verhaal begonnen met 15’20” en sindsdien gaat er in elke wedstrijd een grote hap uit mijn record. Ergens is dat grappig, maar dat gaat uiteraard niet blijven duren. Het is leuk dat ik in mijn eerste jaar op deze afstand al 14’40” kan lopen, wat een ontdekking. Ik denk dat ik nu heb gevonden wat het best bij mijn profiel past. De voorbije jaren merkte ik al dat ik het op training goed deed in het aerobe werk, maar met de Olympische Spelen was het niet het juiste moment om te experimenteren. Doordat ik een jaar geleden op de Memorial al de 1500m-limiet liep, heb ik mezelf de kans gegeven om dat in 2025 wel voluit te doen.”
“Mijn ambitie voor Tokio hangt sterk af van het koersverloop. Als er zoals vandaag keihard wordt gelopen, schat ik mijn kansen kleiner in dan in een tactische koers. Als het trager gaat, kan ik gebruikmaken van mijn 1500m-snelheid. Stel dat het toch snel gaat, dan hoop ik er een PR uit te halen.”
Tim Van de Velde – 7e op de 3.000m steeple (8’14″40 – WK-limiet)
“Dat publiek jong, geweldig. Tot op 800m van de meet zag het er nog heel rooskleurig uit en kon ik de wavelights goed volgen (die waren ingesteld op het oude Belgisch record van William van Dijck, 8’10″01; red.). Daarna kreeg ik het moeilijk. Geef mij nog een jaar zonder problemen – met vooral een goede winter – en dan denk ik dat het mogelijk is.”

“Wat een seizoen is het geweest: van 8’51” naar 8″47, naar 8″28 en dan naar 8’19”. Om nu dan onder die 8’15”00 te lopen, wow. Ik wist 100% zeker dat die limiet erin zit. Na de IFAM voelde ik dat ik te passief had gelopen en dat heb ik vandaag helemaal anders aangepakt. Mijn boodschap aan mijn manager Marc Corstjens en meeting directrice Kim Gevaert was duidelijk: ‘Als ik op de Memorial mag starten, loop ik de limiet’. Dat was een beetje bluf, maar tegelijk was ik heel overtuigd. Ik heb nog een afzonderlijk mailtje gestuurd naar Kim om om die kans te vragen. Ik ben dankbaar dat ik ze gekregen heb.”
“Nu moet ik plots beginnen nadenken over ambities voor Tokio. Met 8’14” zou je vroeger altijd gedacht hebben dat je finale kon halen, maar vandaag heeft iedereen die daar aan de start staat dat gelopen. Ik moet vooral agressief zijn en goed positie kiezen. Ik ga er alles aan doen om de finale te halen.”
Dylan Borlée – 1e op de invitational 400m (44″94 – PR)
“Ik flirtte al even met de grens van 45” en duik er nu ook onder met de steun van het publiek. Om zo’n grens te doorbreken moeten verschillende zaken samenvallen. Zo was mijn familie er en waren het voor mij dan ook de ideale omstandigheden. De sfeer was ongelooflijk! Ik was de laatste van de Tornados die nog onder de 45” moest lopen. Dat ik dat nu gedaan heb, zorgt voor emoties en voor een klik in mijn hoofd, denk ik. Het bewijst nog eens dat de overgang naar mijn broers als trainers perfect is verlopen. Ook mijn vader heeft veel werk geleverd en ik wil hen dan ook alle drie bedanken.”
“Ik vond het wel leuk om vandaag met die andere jongens te lopen, maar eens ik aan de start sta, wil ik winnen. Achteraf feliciteren we elkaar wel altijd natuurlijk. Een medaille met de Tornados in Tokio is zeker een doelstelling, maar ondanks ons palmeres moeten we nederig en met de voetjes op de grond blijven. Of ik geen spijt heb dat ik de WK-limiet van 44”85 net mis? Goh, daarover wil ik niet zeuren, maar ik vind het natuurlijk wel jammer dat mijn tijd net niet volstaat.”

Daniel Segers – 4e op de Diamond League 400m (44″90)
“Ik ben heel tevreden. Het is bemoedigend dat ik nog eens onder de 45” heb gelopen. Mijn lichaam moest zich wat aanpassen en de laatste wedstrijden had ik een dipje. Dat ik nu dus onder de 45” loop vanuit baan 2, daar ben ik heel tevreden mee. Ik hoorde hoe de mensen mij aanmoedigden, dankjewel daarvoor.”

Thomas Carmoy – 2e in het hoogspringen (2m25)
“Ik ben heel tevreden met mijn tweede plek hier. Die toont aan dat werken loont. Het publiek heeft mij ook enorm geholpen, ik hou van zo’n sfeer. Ik heb dan ook nog geprobeerd om de meeting te winnen, maar dat is niet gelukt. Hoe dan ook is het hoopgevend wat ik vandaag heb laten zien. Mijn doel in Tokio is om de finale te halen.”
Eliott Crestan – Winnaar 800m (1’43″91)
“Ik ben tevreden met mijn resultaat, maar de tijd was weliswaar iets trager dan ik had gehoopt. De trainingen verlopen wel goed en dat is positief. Ik heb nu geen wedstrijden meer op het programma staan voor het WK in Tokio.”

Ruben Verheyden – 7e op de 1500m (3’32″71)
“Dit is uiteindelijk mijn tweede tijd ooit en deze koers was zeker niet perfect om snel te lopen. Ik onthoud het gevoel dat ik had: dat ik thuishoorde tussen deze mannen. Ik maakte misschien wat tactische foutjes, maar ik ben blij met hoe ik mijn plaats heb durven opeisen zonder onder de indruk te zijn. Ik laat mij niet doen en dat geeft vertrouwen. Zo moet ik het doen binnen drie weken en dan maak ik kans op de halve finale.”

Nafi Thiam – 5e in het verspringen (6m40)
“De sfeer wordt elk jaar beter, of zo lijkt het toch. Het is heerlijk om met zoveel steun een wedstrijd af te werken. Ik had grote sprongen in de benen, maar jammer genoeg waren er veel nullen bij dus werden ze niet opgemeten. 6m40 blijft wel een correcte afstand en die moet je als zevenkamper ook altijd kunnen neerzetten.”
“Ik ben al vaker naar kampioenschappen vertrokken met wat onduidelijkheden over mijn vorm in bepaalde disciplines. Het is geen eenvoudig seizoen geweest, maar we hebben nog drie weken en ik voel dat het steeds beter gaat. Ik sta waar ik sta en dat moet ik hoe dan ook accepteren, maar ik voel me goed en dat is belangrijk.”

Ook de situatie rond de gedragscode van de VAL kwam ter sprake. Thiam ondertekende die niet, hoewel dat verplicht was om aan het WK te mogen deelnemen, maar zal door Belgian Athletics ook zonder handtekening geselecteerd worden. “Voor mij is dat een goede uitkomst in dit verhaal. De plichten die atleten hebben moeten gerespecteerd worden. Ik ben blij dat ik mij nu kan focussen op het sportieve.”
Delphine Nkansa – 7e op de 100m (11″24 – SB) en 2e op de 4x100m mixed (41″16)
“Ik hou ervan om naar hier te komen en voor het Belgische publiek te lopen. Ergens ben ik blij met een seizoensbeste, maar ik ben nog lang niet tevreden met de wedstrijd die ik neerzet. In het tweede deel van de koers liet ik technisch veel liggen. Jammer, want ik laat na om iets nog straffer neer te zetten. Ik heb twee dagen geleden in Lausanne gelopen en daar ben ik niet goed van hersteld. Ik heb slecht geslapen en de reis is in de kleren gekropen. Dan is een SB zeker niet slecht, maar bon. Ik wil absoluut meer.”
“Dit is een lastig seizoen gebleken. Ik heb heel lang gezocht naar die lage 11″2 en eerlijk gezegd: ik lag ’s nachts zwetend in mijn bed omdat die er niet kwam. Ik kon de goede vorm maar niet vinden en het BK enkele weken geleden ontnam mij dan ook nog eens alle vertrouwen. Ik ben aan het mentale aspect gaan werken en dan blijkt er al snel schot in de zaak te komen. Hopelijk ben ik nu op de goede weg voor Tokio.”
Rani Rosius – 9e op de 100m (11″42) en 2e op de 4x100m mixed (41″16)
“Ik vond het vandaag leuk en niet leuk. Op de Memorial wil je altijd een goed resultaat kunnen neerzetten, maar dat is mij de laatste drie jaar jammer genoeg niet gelukt. Nu focus ik volop op Tokio en dan hopelijk niet alleen met de ploeg, maar ook individueel. Ik vertrek de zesde september en kijk er echt al naar uit. Ik presteer ook altijd beter op een WK. Ik ga er dus wel met een goed gevoel naartoe.”

“Met de blessure aan mijn voet gaat het niet zo goed. Ik heb nog meer pijn dan na andere wedstrijden. Op training is die blessure eigenlijk wel onder controle, maar vandaag dus niet meer. Of ik mij zorgen maak? Het is natuurlijk gewoon niet fijn. We weten niet goed wat de oorzaak van de ontsteking is. Ik kan alleen maar hopen dat het weggaat.”
Elien Vekemans – 8e in het polsstokspringen (4m54)
“Het was niet de gemakkelijke competitie. Ik had het gevoel dat ik er wat moest inkomen. Mijn 4m54 was goed, maar dan ging het plots nogal snel op 4m64. Ik zat niet echt goed in de wedstrijd en dan was het al snel gedaan voor mij. Ik vond het wel heel leuk om hier te zijn. De atmosfeer was fijn en ik denk dat het een goede voorbereiding op Tokio was om in een veld van dit niveau te springen. Het is jammer dat ik niet opnieuw over 4m60 ben kunnen gaan, al is dat ook niet vanzelfsprekend natuurlijk. Alles moet goed zitten en dat was vandaag misschien niet het geval, maar dat is ook oké. Daar kan ik mee om.”
Alexander Doom – 7e op de Diamond League 400m (45″27)
“Ik blijf achter met een dubbel gevoel, want ik had wel op meer gehoopt. Ik heb drie goede trainingsweken achter de rug. Hopelijk zal ik dan fris aan de start komen op het WK in Tokio. Ik voel voorlopig echter dat ik nog niet honderd procent ben.”

Jonathan Sacoor – 3e op de invitational 400m (45″39)
“Ik ben blij dat ik op het einde van dit seizoen toch nog enkele goede resultaten heb kunnen neerzetten. Er zat vandaag wel nog meer in, maar het lag aan mijzelf dat dat er niet uit is gekomen. Ik heb een beetje meer zelfvertrouwen nodig. In het begin van het jaar zei ik dat, als we met de Tornado’s voor een medaille willen gaan, we met vier moeten zijn die onder de 45” lopen. Ik ben de enige die nog niet onder die grens liep dus als er iemand is die extra werk moet leveren, dan ben ik het.”