Op de Diamond League-manche in het Poolse Chorzow werd gisteren duidelijk dat de internationale kleppers stilaan hun WK-modus aan het vinden zijn. Karsten Warholm liep de tweede 400mH-chrono uit zijn carrière en Faith Kipyegon strandde op een seconde van het 3.000m-wereldrecord. Masai Russell kwam tot op zeven honderdsten van de beste 100mH-tijd ooit en Keely Hodgkinson maakte een statement bij haar eerste wedstrijd sinds de Olympische Spelen. Ben Broeders evenaarde in het polsstokspringen zijn seizoensbeste.
De Diamond League is toe aan haar absolute slotfase. Na de drie laatste reguliere meetings – Silesia, Lausanne en Brussel – is het op 27 en 28 augustus tijd voor de grote finale in Zürich. Met nog slechts vier weken tot de start van het WK in Tokio willen heel wat ronkende namen aftoetsen hoever ze staan. Dat resulteerde voor Silesia in bijzonder aantrekkelijke startlijsten.
Beginnen doen we bij Karsten Warholm, de olympische kampioen van Tokio en de snelste man ooit op de 400mH. De olympische finale van vier jaar geleden ging de boeken in als de beste 400mH-koers uit de geschiedenis. Warholm liep op weg naar goud een wereldrecord van 45″94 en Rai Benjamin klokte 46″17. In Parijs draaide Benjamin de rollen echter om door Warholm te kloppen. Die nederlaag heeft de 29-jarige Noor duidelijk brandstof gegeven om op het komende WK – in Tokio nota bene – de kroon van ‘hordenkoning’ terug te winnen. In Silesia knalde Warholm naar 46″28, zijn eigen tweede tijd ooit en de snelste chrono aller tijden buiten de olympische finale van 2021. Femke Bol heerste in de dameswedstrijd op de lage horden. Door 51″91 te lopen verbeterde ze haar eigen beste wereldjaarprestatie met vier honderdsten.
Met de obstakels op 84 cm maakte Masai Russell grote indruk. De regerende olympische kampioene kwam akelig dichtbij het wereldrecord van Tobi Amusan, 12″12. Russell liep 12″19 en zat zo ook slechts twee honderdsten van haar Amerikaans record af. Achter haar ging het eveneens duivels hard. Amusan werd pas derde met 12″25 en moest Tonea Marshall (12″24) nog voor zich dulden. Nadine Visser liep in de reeksen een ontzagwekkend Nederlands record van 12″28. Cordell Tinch won bij de mannen in 13″03. Grant Holloway werd tweede, maar had met 13″15 geen verhaal.
Eén van de nummers waar fel naar werd uitgekeken was de 3.000m. Faith Kipyegon zou het wereldrecord onder vuur nemen en werd daarbij gehaasd door Jessica Hull en Sage Hurta-Klecker, zelf niet van de minsten. Dat record dateert uit 1993 en behoort toe aan de Chinese Wang Junxia, een atlete waar veel dopinggerelateerde vraagtekens rond hangen. Kipyegon liep uiteindelijk over de meet na 8’07″04 en kwam dus een kleine seconde tekort. Gudaf Tsegay koos voor de 1500m en kreeg daar Beatrice Chebet tegenover zich, de wereldrecordhoudster over 5.000m. Tsegay was niet onder de indruk en liep een straffe 3’50″62, maar drie tienden boven haar PR. Chebet kwam in haar eerste 1500m sinds 2023 op plaats twee uit met 3’54″73.
Op de 800m maakte Keely Hodgkinson haar langverwachte rentree. Sinds de finale waarin ze zich tot olympisch kampioene kroonde, kwam ze meer dan een jaar niet in actie. Hodgkinson blesseerde zich in februari net voor het indoorseizoen en moest haar wederoptreden een paar keer uitstellen. Achteraf gaf ze aan dat ze pas wilde terugkeren wanneer ze voelde dat ze klaar was. En of ze klaar was: Hodgkinson won de koers in een beste wereldjaarprestatie van 1’54″74, amper 13 honderdsten boven haar Brits nationaal record.
Hamish Kerr zweefde in het hoogspringen over 2m33 en hield Shelby McEwen zo op 5cm. Yaroslava Mahuchikh triomfeerde over Nicola Olyslagers door 2m00 te klaren. Jasmine Moore won met een sprong richting 6m85 het verspringen. Jessica Schilder zette olympisch kampioene Yemisi Ogunluye een hak in het kogelstoten. Ze won de wedstrijd met een worp richting 19m66. Payton Otterdahl kreeg Leonardo Fabbri klein met 22m28.
Mondo Duplantis is overal waar hij komt de blikvanger. In Polen won hij met een vlucht over 6m10. Richting een volgend wereldrecord van 6m30 maakte hij een tussenstop op 6m20, maar daar liet de Zweed de lat drie keer vallen. Ben Broeders maakte een goede beurt en evenaarde zijn seizoensbeste 5m80.
Op de sprints was het wederom Melissa Jefferson-Wooden die zich profileerde. De Amerikaanse kampioene liet 10″66 optekenen na 100m, één honderdste boven haar twee weken oude PR. Kishane Thompson deelde Noah Lyles een tikje uit door in 9″87 met drie honderdsten overschot te winnen. Kenny Bednarek, Christian Coleman en Trayvon Bromell volgden op een tiende. Shericka Jackson won de 200m in 22″17 en Marileidy Paulino de 400m in 49″18.
Bence Halasz stopte in het hamerslingeren Ethan Katzberg af. Hij zette 81m77 op het bord en overwon als enige de 80m-lijn. Camryn Rogers (75m39) was de vrouw met de verste worp achter haar naam. Julius Yego bleek met 83m61 de beste speerwerper van de dag.
Yared Nuguse probeerde Diamond League-punten te sprokkelen om zo naar de DL-finale in Zürich te mogen. Die winnen is zijn laatste uitweg om op het WK te geraken. In Silesia deed hij het alvast uitstekend op de 1500m door als eerste over de meet te komen. Dat gebeurde na 3’33″19.
