De tweede dag van de IFAM heeft naast een EK beloftenlimiet voor Mimoun Abdoul Wahab ook sterke prestaties van onder meer Eline Dalemans, Noor Koekelkoren en Dylan Borlée met zich meegebracht. Het 4x100m mannen-beloftenteam, Marie Bilo en Clément Labar zagen een EK-limiet maar net door de vingers glapen.
Mimoun Abdoul Wahab liep vorige zomer zijn snelste 400mH ooit in 49″81 en wist dus dat hij de EK beloftenlimiet op de 400mH (50″77) in de benen had. Dat bewees hij ook op de tweede IFAM-dag door met één honderdste overschot de 10 horden te overwinnen in 50″76. Kylie Lambert en Zoë Laureys hebben op datzelfde nummer 58″01 nodig om Bergen te halen, een limiet die voor beide dames boven hun PR ligt. In Brussel werkten ze vandaag hun races af in respectievelijk 58″66 en 59″02.
Een knappe Belgische prestatie kwam er van de hand van Eline Dalemans. Op de 3.000m steeple gaf ze haar oude besttijd een flinke knauw. De 34-jarige ‘pupil’ van trainer Pieter Desmet werd tweede in de wedstrijd door na 9’35″90 de finish te halen, een verbetering van haar PR met ruim 7 seconden. Ze springt van plaats 4 naar plaats 3 in de nationale ranglijsten en moet alleen Veerle Dejaeghere en Sigrid vanden Bempt nog laten voorgaan, die laatste met nauwelijks een halve seconde verschil.
Het seizoen is nog jong, maar voorlopig is Dalemans de vierde Europeaanse van het jaar. In 2024 had haar prestatie volstaan voor een rechtstreeks EK-ticket. Wat verderop in het veld liet Hannah Enkels haar persoonlijke chronometer stoppen na 10’23″22. De eerstejaarsbelofte heeft 10’09″33 nodig voor een plaatsje op het EK in Bergen, maar schuift wel op naar plaats vijf in de nationale beloftenranglijst.
Noor Koekelkoren en Steffi De Saegher stormden in de reeksen van de 100mH allebei naar een PR. Koekelkoren verbeterde zich met twee honderdsten tot 13″21. De Saegher ging met 13″29 ruim een tiende sneller dan haar vorig record en bleef nog slechts 5 honderdsten boven de EK U23-limiet. Koekelkoren – die de limiet al beet had – zou in de finale zelfs nog wat sneller gaan en in 13″19 naar de tweede plaats lopen, achter de Deense Mette Graversgaard. De Saegher voltooide de finale niet. Langs mannelijke kant klokte Nolan Vancauwemberghe in de reeksen 13″54, een nieuwe persoonlijke toptijd.
Imke Vervaet leverde op dag één van de IFAM een PR van 51″70 af op de 400m, maar kwam op dag twee terug voor haar favoriete 200m. Tegen heel wat sterke concurrentes werd ze derde door – ondanks een noemenswaardige tegenwind – 23″34 op de tabellen te zetten. Alleen Minke Bisschops en Sarah Lavin waren sneller. Dylan Borlée was de snelste landgenoot bij de mannen. Hij bleef met 21″06 net boven de 21-secondengrens, waar ook zijn persoonlijk record ligt (21″00). Italiaan Fausto Desalu was in 20″27 duidelijk de primus.
Dé grote naam op de affiche was Lieke Klaver. De Nederlandse 200m- en 400m-liefhebster wilde graag een 300m lopen om op zoek te gaan naar het Nederlands record van 36″24 en kreeg in Brussel die mogelijkheid. Ze haspelde driekwart van de piste af in 36″49 en kwam dus niet aan de chrono van Nicky Van Leuveren, maar ze wipte wel naar plaats twee in haar nationale all time ranking.
Net als gisteren waren er 4x100m-koersen om jeugdteams een kans te geven om zich voor een EK beloften of -junioren te plaatsen. Ei zo na slaagden de beloften mannen erin om het goede voorbeeld van de junioren vrouwen van gisteren te volgen. Robbe Torfs, Rendel Vermeulen, Cédric Verschueren en Dieter Bergs kwamen binnen na 40″39, amper twee honderdsten boven de limiet.
Ook Marie Bilo en Clément Labar moesten vrede nemen met erg nipte missers. Op de 1500m zette Bilo met een nieuw PR van 4’14″65 een grote stap naar het EK beloften. Ze dook onder de limiet die geldt voor eerste- en tweedejaarsbeloften (4’14″79), maar moet als derdejaarsbelofte nog een extra seconde vinden. Voor beloften van het jaar 2003 zijn de limieten namelijk strenger dan voor atleten geboren in 2004 en 2005. Specifiek moet Bilo onder 4’13″55 als ze naar Bergen wilt.
Op de 3.000m steeple bevond Labar zich in exact dezelfde situatie als Bilo, al kwam hij wel nog een stukje dichter bij de limiet voor 2003-beloften. Labar finishte na 8’41″83, 6 honderdsten boven de limiet die hij moet slechten. Op de 1500m bij de heren was er een nieuw PR voor Ruben Querinjean. De Belgische Luxemburger werd vierde in 3’38″12.
