2018 was een uitzonderlijk sportjaar voor ons land, zeker op vlak van atletiek. Een schitterend EK in Berlijn, een weergaloos WK voor junioren in Tampere en een geweldig EK veldlopen bij onze noorderburen in Tilburg maakten onder andere deel uit van 2018. De traditie wil ondertussen dat de Atletieknieuws-redactie terugblikt op het voorbij atletiekjaar. Onze journalisten kozen elk een atletiekmoment, daarbij zowel logische keuzes als persoonlijke verhalen. Herbeleef hieronder elk gekozen moment! Veel lees- en kijkgenot en alvast een prettig en sportief 2019!

Quinten Lafort 

Sacoor, van het geloof in een medaille naar het ongeloof voor de wereldtitel

Het WK voor junioren had ik eind 2017, zoals enkele atleten dat deden, met stip aangeduid. Onder hen Jonathan Sacoor, die op het EK voor junioren goed was voor brons op de 400m. Ik bestempel 2018, zonder gêne, als het jaar van Sacoor. Brons in Birmingham met de Belgian Tornados, een wereldtitel bij de junioren in Tampere, het goud in Berlijn met de Tornados en winst tijdens de Memorial als kers op de taart. Maar Tampere, wondermooi en broeierig heet, werd een plaats vol geloof én ongeloof.

Flashback naar 12 juli 2018. Jonathan Sacoor heeft zojuist het mythische BR van Alfons Brijdenbach te grazen genomen tijdens de halve finales van het WK voor junioren, waarin ook de Jamaciaan Chantz Saywers voor de bijl gaat. De finale is in zicht, mission accomplished, al duiken de medailles in de verte op. De eerste duik onder 46” met een ongeziene vlotheid, in schril contrast met het harken van Saywers. Sacoor het warme mes en de Finse piste als de boter.

“De Jamaicanen zijn niet onklopbaar”, klonk het na afloop bij onze nationale trots op de baanronde. Die halve finale maakte heel wat los bij de Belgische delegatie. Het geloof in een medaille was er, maar hier en daar hoorde ik het woord “wereldtitel” vallen. De Rode Duivels hoefden dat woord niet langer te laten vallen. Het was 800m-loper Pieter Sisk die het openlijk durfde beweren: “Jonathan, die gaat gewoon goud pakken”.

Vrijdag de 13de, omineuzer wordt het niet, tenzij je achternaam Sacoor is en je in feite niks te verliezen hebt in een finale waarin Christopher Taylor op papier moet heersen. Onze landgenoot, gevangen in een Jamaicaanse sandwich. Taylor, die zich 350m lang Usain Bolt waant, om vervolgens kennis te maken met de tornado in Sacoor. Een beschaafde, vredige tornado, die het moet hebben van zijn souplesse, maar o zo krachtig blijkt. Nooit eerder duurde 45”03 zo lang in mijn leven, nooit eerder liep Sacoor zo snel over één baanronde. Ons land kende plots een wereldkampioen bij de junioren, de eerste ooit.

Om 21:30 volgde een interview in een leeg stadion, met achter mij het gezin Sacoor, Noémie Lins aan de camera, fotograaf Jasper Jacobs keuvelend met kinesist Nicolas Kerckhof en Jonathan, die het nog altijd niet kon geloven. Een once in a lifetime.

Het haar op mijn armen wil opnieuw rechtveren.

Vanaf 3:23:25

https://www.youtube.com/watch?v=pC8pqL2sF-Q&t=14386s

[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Tim Van der Heyden

 

 

 

 

Het wereldrecord van Eliud Kipchoge op de marathon van Berlijn

Waarom praten? Onbewogen
komt een man aangelopen op Duitse straten.
Onder het vierspan door van de Brandenburgse Poort
– een vierspan dat hijzelf al voor kilometer 25 verloor.

Lachje tegen de verzuring op het gelaat,
een pasritme dat als een metronoom gaat,
en dan kijken naar die klok.
Er is nog nooit zo getikt geweest
als Kipchoge in Berlijn.
Elke tik een tikje meer pijn
en hij maar lachen.

Daar staan twee heren aan de boog,
hij zou liegen als hij loog,
maar die zagen er nooit al mooier uit.
Kipchoge meet zijn passen uit en ook nog zijn emoties:
hij breekt zuinig door het lint

om dan pas door het lint te gaan
(maar wel positief – Kipchoge is een man in wie geen woede zit,
het enige negatieve vandaag is de negatieve split)

Snel naar de trainer, sneller nog
dan marathonpace, het doet vragen rijzen:
heeft hij iets laten liggen?
Een seconde of twee, misschien?
Kipchoge zet zich op zijn knieën:
ergens Unter der Linden
hoopt hij de verloren seconden te vinden.
Ergens ligt de perfectie, hij weet het zeker,
ze ligt binnen handbereik.

[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Yalina Truyers 

Kimeli geeft selectiecommissie lik op stuk met zilver in Tilburg

Na zijn niet-selectie van vorig jaar, nam Isaac Kimeli drie weken geleden revanche op het EK veldlopen in Tilburg. Honderden Belgische atletiekfans trokken vol enthousiasme naar de Beekse Bergen en kregen waarvoor ze gekomen waren. De Belgische delegatie leverde puike prestaties, maar de zilveren medaille van Isaac Kimeli was ongetwijfeld de kers op de taart. Emoties liepen hoog op en al nagelbijtend volgde ik de indrukwekkende eindsprint tussen de Noor Filip Ingebrigtsen en onze ijzersterke landgenoot.

De ontlading was groot, zéér groot, toen ik Isaac Kimeli uiteindelijk al vierend naar een tweede plek zag lopen. Op voorhand tekende hij per slot van rekening slechts voor een top 10-plaats. Zoals Isaac het achteraf zelf verwoordde, zou er een gouden medaille rond zijn nek gehangen hebben als Ingebrigtsen er niet geweest zou zijn. Laten we daar dan volgend jaar voor zorgen? Ach, ik ben er zeker van dat Kimeli, met of zonder de aanwezigheid van de gebroeders Ingebrigtsen en andere internationale toppers, in staat is om ons volgend jaar opnieuw trots te maken. Hopelijk is Soufiane Bouchikhi, die dit jaar helaas forfait diende te geven, dan ook van de partij. Isaac Kimeli baalde niet te kunnen strijden tegen zijn naaste concurrent. Als 24-jarige knaap moeten zijn gloriejaren nog komen, maar na een Europese titel bij de beloften en een zilveren medaille bij de senioren heeft Kimeli ons reeds getoond waartoe hij in staat is. Er staat hem gegarandeerd een mooie toekomst te wachten, waarin hij ons kleine land België hoogstwaarschijnlijk nog heel wat eremetaal zal opleveren. Wat mij betreft verdienen atleten als Isaac Kimeli een wildcard voor de komende Europese veldloopkampioenschappen. We moeten gezamenlijk investeren in alle topatleten, zodat de atletiek zich kan profileren en zijn stempel kan drukken op de Belgische sportwereld. Met een gouden atleet als Isaac Kimeli, staat ons immers een mooie atletiektoekomst te wachten. Op naar een sportief 2019!

Foto: Jeroen De Meyer
[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Jolien De Bock

Vanderelst zat de absolute wereldtop op de hielen

Foto: Kim Lommaert

Maar liefst zeven van de tien snelste dames dit jaar op de 1500m tekenden present op de Diamond League finale in Brussel. De line-up van een WK-finale moet allerminst onderdoen voor dit topdeelnemersveld. “Geweldig dat de organisatie onze landgenoten kansen geeft om deel te nemen, maar Elise Vanderelst is toch echt kansloos in dit deelnemersveld?”, ik hoor het mij nog zo denken. Hoe een mens zich kan vergissen… Daar stond ze dan in baan één. Baan twee bleef leeg doordat de andere dames zich ophoopten in de banen drie tot acht. Het leek wel alsof de tegenstand op deze manier zijn superioriteit nog eens extra in de verf wilde zetten. Wat kon iemand met een PR van net onder de 4’10 immers beginnen tegen dames die allen al onder de vier minuten liepen of er maar nipt boven bleven?

Het startschot klonk. Tegen mijn verwachtingen in knokte Vanderelst zich naar een plek middenin het pak. Gedurfd of een domme zet? Mijn vermoeden ging eerder uit naar dat laatste. Na 1.000m barstte de strijd om de winst helemaal los en de dames maakten er een echt boeiend schouwspel van. Toch was ik vooral gefocust op de achterhoede, waar Vanderelst tegen mijn verwachtingen in nog steeds op geheel eigen wijze over de piste zweefde én nog steeds haar wagonnetje had aangepikt. Hoe kon dit? In de laatste ronde slaagde ze er zelfs in nog enkele deelneemsters op te rapen om uiteindelijk na 4’05”75 te finishen. Een zucht van het Belgische record verwijderd en een serieuze hap uit haar PR. Hoedje af en een terechte beloning voor de vechtlust die ze toonde tijdens de wedstrijd! Op het EK in Berlijn liep ze, ondanks het nipt missen van de finaleplaats, een meer dan knappe race. Wat ze op de Memorial klaarspeelde was nog van een heel ander kaliber en maakte die gemiste EK-finale ongetwijfeld goed. Elise, bij deze beloof ik dat ik je nooit meer zo zal onderschatten. Mijn oprechte excuses.

https://www.youtube.com/watch?v=c2hDWH_4ewc

[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Simon Van Glabeke

Kevin Mayer, een geschenk voor de atletiek

De jongste jaren krijgen we meer en meer de vraag waarom pakweg Pieter-Jan Hannes en het Olympic Running Team zo vaak met de aandacht gaan lopen op onze site. Daar zijn tal van redenen voor, maar een van de belangrijkste is het verhaal achter de atleet. Atletiek is meer dan wereldrecords of top 8-plaatsen, de weg richting een straffe prestatie of een diepe ontgoocheling weegt doorgaans zwaarder door. Die levensloop heb je als atleet deels zelf in handen, maar niemand durft te beweren dat Kevin Mayer eigenhandig heeft gekozen voor zijn vroege uitschakeling op het EK in Berlijn.

Na een korte vakantie waren de batterijen opnieuw opgeladen en werkte Mayer toe richting die bewuste Decastar in Talence. Thomas Van der Plaetsen, een atleet die overigens perfect in bovenstaand rijtje past, gaf bij een toevallige ontmoeting na het EK de Fransman een kans op slagen. Een tienkamp bestaat echter uit ontelbaar veel puzzelstukjes, waardoor een voorspelling bijna nooit volledig de lading dekt. Dat weet ook Kevin Mayer, die zich naar eigen zeggen nog nooit zo zenuwachtig had gevoeld. Na een veelbelovende 100 meter werden die zenuwen voor het eerst grondig op de proef gesteld in het verspringen. In tegenstelling tot Berlijn werd zijn eerste sprong wel opgemeten, maar volgens twee (hoog aangeschreven) trainers die een rij voor me plaats hadden genomen in de perstribune leverde Mayer een exacte kopie af van wat er een goede maand voordien misliep in de Duitse hoofdstad. Ik begon me vragen te stellen. Heeft Mayer zichzelf wel voldoende rust gegund na de tegenslag in Berlijn? Weet hij wel raad met een zinderend thuispubliek dat hem vanaf de eerste stap op het tartan tot de laatste druppel zweet zal willen volgen?

Het antwoord is volmondig ‘ja’. Mayer legt in elke discipline de lat hoger, en hoewel een misverstand met de jury hem in het hoogspringen even uit zijn lood lijkt te slaan, weet de alleskunner uit Montpellier op onnavolgbare wijze weer recht te krabbelen. De tweede tienkampdag wordt een opeenstapeling van hoogtepunten, met het polsstokspringen en de afsluitende 1500 meter als sleutelmomenten. Dit keer is een vergelijking met het WK in Londen niet ver weg, zij het niet dat de eindscore van 9.126 punten die van 8.768 helemaal doet vergeten. Mayer springt over de iconische Ashton Eaton en geeft de Fransen waar ze een hele zomer van droomden: een wereldkampioen die schittert van de eerste tot de laatste minuut.

 

Amandine Dupont

Topjaar voor Hanne Claes: dubbele vierde plaats op het EK

Zelden gunde ik iemand zo hard een medaille als Hanne Claes op het EK. Dag 4 in Berlijn was een droom voor de Belgen met de gouden medaille van Nafi en het zilver en brons voor Jonathan en Kevin Borlée. Ook al heeft Hanne nipt geen medaille gewonnen, voor mij hoort ze zeker in dit rijtje van Belgische toppers die avond. Na vier jaar blessureleed, waarbij ze geopereerd moest worden aan een gescheurde achillespees, liep de poulain van Jacques Borlée een heel sterk seizoen. Claes kon met een toptijd van 55″20 rustig toewerken naar het EK. Daar zou ze niet alleen de 400m horden voor haar rekening nemen maar ook de 4x400m met de Belgian Cheetahs. Het programma op het EK zorgde echter voor heel wat frustratie bij de atleten die graag de dubbel wouden lopen. Dat bleek, na het wegvallen van Margo Van Puyvelde, ook een probleem te worden in het Belgische kamp. Claes had toen de zware taak om tweemaal aan de bak te komen op een dag. De manier waarop Hanne zich samen met de rest van het team wist te plaatsen voor de finale. Het leek bijna moeiteloos. Even rusten om een beetje later haar finale te lopen van de 400m horden. Met duidelijk nog wat vermoeidheid in de benen snelde Hanne naar een zeer knappe vierde plaats. Zonder de 400m eerder op de dag te lopen, had – naar mijn gevoel – een medaille er zeker ingezeten. Een dag later mocht ze al opnieuw aan de bak tijdens de finale van de 4x400m. Daar liep ze bijzonder sterk om ook met het team een vierde plaats te bemachtigen. Even leek het alsof ze helemaal nog geen wedstrijden in de benen had. Een pluim voor Hanne en de Belgian Cheetahs.

Een atleet die na zoveel blessureleed en tegenslagen zo’n zomer kan lopen, daar kan ik enkel maar heel veel respect voor hebben. Een medaille was een mooie beloning geweest die ze zeker had verdiend na zo’n topseizoen. Ik hoop dat heel wat andere atleten, die momenteel in een ‘dipje’ zitten, zich kunnen optrekken aan succesverhalen en ook de moed niet opgeven. Voor mij is het EK van Hanne Claes hét moment van 2018. Doorzettingsvermogen en karakter mogen hier zeker uitgelicht worden.

[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]
Hanne Claes – Foto: Jeroen De Meyer

Jeroen De Meyer

Een mager jaar voor Nafi

Is wat ik vooral uit de monden van atletiekleken te horen krijg. En dat krijg je misschien als je jaar op jaar prestaties van wereldformaat laat zien. Maar is het wel een mager jaar?

Nafi begon haar seizoen met een nieuwe overwinning in het meerkampmekka: Götzis. En dat deed ze niet zomaar: op dag één wipte ze over 2m01, een sprong die haar op de wereldranglijst derde plaatst in 2018. Haar eindtotaal in Götzis: 6.806 punten, er zou dit jaar slechts één prestatie deze meerkamp overtreffen. Maar in vergelijking met de 7.013 punten van vorig jaar… toch maar mager.

Volgende grote afspraak voor Nafi was er in Berlijn, ook hier kon ze winnend afsluiten. En jawel, de enige prestatie die haar 6.806 punten van Götzis nog kon overtreffen, was haar eigen prestatie in Berlijn met 6.816 punten. In de hele geschiedenis waren er zelfs slechts zestien dames die beter deden dan deze prestatie.

Ze verbeterde in 2018 ook drie persoonlijke records op nummers in de zevenkamp én kon andere zeer dicht benaderen.

Ondertussen is Nafi ongeslagen in de meerkamp sinds 2016 . Een zevenkamp is meer dan zeven proeven op twee dagen. Het is zeven keer de perfectie opzoeken, recupereren tussen de proeven, je terug opladen als er een proef minder ging of je adrenaline onder controle houden als je een geweldige prestatie geleverd hebt. En daar is Nafi ondertussen meester in geworden.

De verwachtingen zijn vaak hooggespannen, maar ook in 2018 was Nafi één van de beste atleten ter wereld en het is respectloos om zo’n prestaties als mager af te schilderen. Maar als dit mager was, kijk ik enorm hard uit naar het volgende topjaar van Nafi!

Foto: Jeroen De Meyer

 

[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Milan Augustijns

‘The Borlée Twins’ flikken het weer

Vrijdagavond 10 augustus in Berlijn: prachtige, warme avond. Nafi Thiam wint zevenkampgoud en is gegeerd bij de internationale pers. Het duurt daardoor een twintigtal minuten vooraleer collega Simon en ik haar te spreken krijgen. Als we nadien willen terugkeren richting perstribune, blijken de mannen van de 400 meter al in de startblokken te zitten. Er is geen tijd meer om de tribune van het Olympiastadion van in de kelder tot helemaal boven te beklimmen, maar gelukkig zijn er nog twee plaatsjes vrij helemaal onderin, die we ons dan maar toe-eigenen. Op enkele meters van de piste en knal op de finishlijn beleven we de 400 meterfinale vanop een bevoorrechte positie.

Kevin en Jonathan Borlée presteren wat niemand op voorhand voor mogelijk had gehouden en wat niemand hen ooit had voorgedaan: zilver en brons voor de tweelingbroers. “Tous les deux sur le podium, ils l’ont fait, punaise, incroyable! Merci les mecs!”, riep Vincent Langendries hysterisch op RTBF.

Niet een van de talrijke gouden triomfen heeft mij in 2018 het meest beroerd, maar wel deze zilverbronzen stunt. Kevin die acht jaar na zijn Europese titel nog altijd aan de top meedraait en een tweede keer het podium haalt, Jonathan die zijn allereerste individuele medaille opstrijkt. En vooral de intense vreugde was pakkend. Zag je Kevin in 2010 ondanks zijn gouden plak nog treuren om de wanprestatie van zijn tweelingbroer, was hij in Berlijn helemaal door het dolle heen. Dit gezamenlijk succes was het mooiste dat de broers kon overkomen.

Het seizoen van Kevin en Jonathan liep alweer niet op wieltjes, hun vormpiek op het EK was alweer des te indrukwekkender. Al elf zomers op rij staan zij er élke keer in de week van de waarheid, en dat op de o zo slopende baanronde. Daaraan herken je de grote kampioenen. ‘The Borlée Twins’ zijn een absoluut begrip geworden in de mondiale atletiekwereld, waarvoor het respect elk jaar groter wordt. Nog iets meer in het buitenland dan bij ons, heb ik soms de indruk. Willen we Kévin en Jonathan Borlée alstublieft nooit meer afschrijven als het eens een maandje wat minder loopt? Afgesproken.

Kevin en Jonathan Borlée – Foto: Jeroen De Meyer
[divider style=”normal” top=”40″ bottom=”40″]

Levi Hoste

De Traen om Naert

Wellicht – neen, met zekerheid – het meest becommentarieerde atletiekmoment van 2018. De jaaroverzichten en verkiezing van Sportman van het Jaar deden er enkel een flinke ophefmakende schep bovenop. Jammer dat je je daar, Koen, telkens vooral moest verantwoorden. Hoe jij, en met je het leeuwendeel van de sportwereld, eigenlijk vond dat jij dé sportprestatie van het jaar had geleverd. Maar dat je veel respect toonde. Respect voor die elf op dat veld en hun getjaffel (maar je noemde het nooit zo), die op historische wijze “bijna” iets gewonnen hadden (maar eigenlijk vooral onder de verwachting bleven). Genoeg letters zijn inmiddels neergepend tot (keurige) opiniestukken en (minder keurige) commentaren op sociale media over deze lopende en wellicht eindeloze kwestie. Het water is te diep en zal dat allicht nog even blijven.

Maar toch nog even over water. Want bedankt, Koen. Duizendmaal tweeënveertig keer bedankt. Voor dat plasje zoete tranen, parelend op de grond voor mijn tv. Waarin de live beelden reflecteerden, hoe je, wapperend met een lapje driekleur, zo trots, de laatste meters van de marathon volmaakt. Je handen reikend naar je vrouw, gericht en gebald, kusje in het vuistje, hoog naar de hemel reikend en uiteindelijk, helemaal tot inkeer, snikkend, alsof door jezelf ontroerd, je tranen laten vermengen met het zweet in je handpalmen. Het zwart-geel-rood dat je nog vastgeklemd hield, was even helemaal van jou. De natie aan je snelle voeten en de wereld aan je immer doordachte lippen.

Bedankt Koen. Voor die tranenvloed in je laatste meters, het geluk in m’n huiskamer, overmand door je prestatie. Nochtans hadden we (had ik) het eigenlijk kunnen weten. Jij en je zinnen ergens op zetten. Wat kun je dat toch als de beste. Man van je woord. En dan nog op een afstand waarvan ik denk dat ik er ook wat van ken. Van de ellendige pijn en eindeloze opoffering. Van dat leven in soberheid en eenzame discipline. Ik denk te geloven dat ik er ooit van heb geproefd. En maak mezelf wijs dat ik de voldoening, uitbrekend uit dat monnikenbestaan van je, ergens kan vatten (wat ik nooit zal doen). Bedankt voor zoveel inspiratie. Voor de mens en atleet die je altijd bent geweest. Voor je marathonprestatie. En de prachtige metafoor voor het leven die je er mee maakte.

Foto: Jeroen De Meyer