In een statement spreekt Nafi Thiam voor het eerst sinds het WK in Tokio zelf uitgebreid over haar conflict met Belgian Athletics. De drievoudige olympische kampioene geeft haar visie op de gebeurtenissen rondom het toernooi en legt duidelijke conclusies op tafel: de top van Belgian Athletics draagt een collectieve verantwoordelijkheid en er is een dringende nood aan competent leiderschap.
De communicatie volgt kort op de bevestiging door Vlaams minister van Sport Annick De Ridder dat Belgian Athletics ernstig overwoog om Nafi Thiam thuis te laten van het WK atletiek als sanctie voor het niet-ondertekenen van hun gedragscode. Daarover leest u hier meer. Thiam deelde het statement ook op Instagram, hieronder vindt u een vertaalde versie.
Dit bericht op Instagram bekijken
Statement Nafi Thiam
Ik heb de afgelopen weken de tijd genomen om te reflecteren en ik heb ervoor gekozen om eerst goed na te denken voordat ik over wat er gebeurd is ga praten. Hoewel ik er tegenop zie om op alle details in te gaan, gaat mijn bezorgdheid dat er in de toekomst niets zal veranderen veel verder dan mijn wens om zo snel mogelijk verder te gaan. Bovendien zijn er zoveel dingen zo verkeerd en luidruchtig beweerd dat ik de behoefte voel om de zaken recht te zetten.
Zonder te grote verwachtingen te koesteren, hoop ik dat al deze chaos uiteindelijk zal leiden tot echte verandering in plaats van wankele rechtvaardigingen en loze beloften.
Regels zijn regels ?
Allereerst wil ik erop wijzen dat het niet juist is om willekeurige en onwettige regels op te stellen die atleten beroven van wat hen in staat stelt om van hun inspanningen en prestaties te leven, ten gunste van het financiële gewin van de federatie. Het is ook niet juist om atleten te bedreigen om hen te weerhouden van deelname aan een kampioenschap waarvoor ze zich op eerlijke wijze hebben gekwalificeerd, omdat de atleet niet wil afstaan wat wettelijk gezien van hem is. Als een federatie op elk moment dat ze dat wil regels kan bedenken en opleggen die in haar voordeel zijn, door oneerlijk voordeel te halen uit atleten en weg te komen met “regels zijn regels”, dan zijn we duidelijk op de verkeerde weg.
Om helemaal nauwkeurig te zijn: ik werd pas op 6 augustus op de hoogte gebracht van het bestaan van de “gedragscode” en ondanks deelname aan discussies om een oplossing te vinden, kon er voor Tokio geen overeenstemming worden bereikt.
Ik wil ook ingaan op de poging van sommige mensen bij Belgian Athletics om mij af te schilderen als een moeilijke atleet die om speciale behandelingen vraagt, om zo hun manier van omgaan met mij te rechtvaardigen. Wat ik precies van de federatie heb gevraagd, is om in Tokio zoals elke andere atleet van het team te worden behandeld, en dat werd mij geweigerd. Vijf dagen voor mijn vertrek naar Tokio kreeg ik te horen dat mijn pre-camp niet was goedgekeurd en dat er dus geen reservering voor mij was gemaakt. Terwijl alle andere atleten van het team zouden deelnemen aan een voorbereidingskamp dat werd georganiseerd en betaald door Belgian Athletics, zoals gebruikelijk is wanneer een internationaal kampioenschap in het buitenland plaatsvindt, gold dat voor mij niet. In dezelfde e-mail werd mij ook meegedeeld dat mijn fysiotherapeut niet zou worden geaccrediteerd.
Nogmaals, dit was vijf dagen voor mijn vertrek naar een wereldkampioenschap.
Ik wil heel duidelijk stellen dat ik nooit heb verondersteld dat Belgian Athletics de aanwezigheid van mijn fysiotherapeut in Tokio zou financieren. Het enige wat ze moesten doen, was een accreditatie verstrekken (wat alleen de federatie kan doen). Aangezien de aanwezigheid van mijn fysiotherapeut in Tokio Belgian Athletics geen cent zou kosten, was hun beslissing om hem op het laatste moment geen accreditatie te verlenen absoluut niet financieel gemotiveerd, maar een manier om mij te raken. Een paar dagen voor ons vertrek naar Tokio moesten mijn team en ik ons eigen pre-camp reorganiseren, beschikbare en betaalbare accommodatie vinden, een atletiekbaan en een gym om te trainen, vervoer regelen, enz.
Nadat ik een paar dagen voor mijn wedstrijd op de nationale televisie een leugenaar werd genoemd omdat ik openlijk sprak over wat er gaande was, ben ik opgelucht dat de waarheid nu aan het licht is gekomen. Uit gelekte e-mails en berichten van leden van Belgian Athletics blijkt zwart op wit dat ze me niet in Tokio wilden hebben en me uit de selectie wilden halen. De enige reden dat ik überhaupt naar Tokio ben gekomen, is dankzij het snelle denken van mijn advocaten.
Er is veel gezegd en geschreven over het communautaire aspect van de kwestie, maar al te vaak de go to-uitleg wanneer er zich een probleem voordoet in België. De mensen die er alles aan hebben gedaan om mijn deelname aan Tokio te verhinderen, zijn bij iedereen bekend en het zou me grote zorgen baren dat deze personen op hun plaats zouden blijven en invloed zouden blijven uitoefenen op mijn selecties en toekomstige kampioenschappen. Het is echter de Belgische atletiekbond als geheel die de beslissingen tegen mij heeft goedgekeurd en daarom collectief verantwoordelijk is voor deze beslissingen.
Bovendien waren er in verschillende interviews pogingen om verwarring te zaaien tussen de verschillende federaties en ondersteuningssystemen die beschikbaar zijn voor atleten in België. Zoals ik duidelijk heb aangegeven, zijn de hele situatie rond de zogenaamde gedragscode en het wereldkampioenschap in Tokio een tegenstelling tussen Belgian Athletics en mijzelf. Ik heb door de jaren heen consequent steun gekregen van Adeps. Dankzij hun steun en die van mijn persoonlijke sponsors kan ik me rustig voorbereiden en efficiënt mijn doelen nastreven.
Belgian Athletics is niet mijn werkgever en draagt niet bij aan de financiering van mijn voorbereiding en training.
Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is dat er nu verandering komt. De bescherming van atleten en hun rechten moet een prioriteit zijn. Waar kan een atleet terecht als hij of zij wordt geïntimideerd of gepest door de eigen federatie? Wie beschermt hen? Niemand. Daarom zijn zo velen bang om zich uit te spreken. In persberichten is te lezen dat een lid van Belgian Athletics in een e-mail stelt dat ze mij “een lesje moeten leren” en “een voorbeeld van mij moeten maken, zodat dit niet nog eens gebeurt”. Dat laat de andere atleten zien wat hen te wachten staat als ze zich niet schikken naar de wil van Belgian Athletics. Dit geeft een perfect beeld van de huidige onveilige en giftige omgeving waarin atleten en coaches moeten presteren. De situatie rond deze zogenaamde gedragscode is een gevolg van deze omgeving en het gevoel van almacht van sommige leden van de Belgische atletiekbond. Het stelt me in ieder geval gerust dat veel mensen zich nu comfortabel genoeg voelen om zich uit te spreken.
Wat nodig is, zijn transparante regels en echte verantwoordelijkheid. Met gekwalificeerde, verantwoordelijke mensen aan het roer die zich inzetten om atleten te beschermen in plaats van hun macht te misbruiken.
Er waren momenten in mijn leven dat ik stil bleef, omdat ik geen aandacht wilde trekken en bang was voor de gevolgen. Dat is een erg eenzame positie en ik voel mee met iedereen die dat meemaakt (binnen of buiten de sport).
Het zou een understatement zijn om te zeggen dat ik niet had verwacht dat ik zo overweldigend veel steun en liefde zou krijgen. Aan de fans en het Belgische publiek: jullie waren degenen die me deze keer te hulp schoten en daar ben ik jullie oprecht dankbaar voor.