Op de Diamond League in Stockholm werd het Zweeds publiek verwend door de vedetten uit eigen huis. Dan hebben we het als eerste uiteraard over Mondo Duplantis. De publiekslieveling brak voor de 31e keer in zijn carrière het wereldrecord in het polsstokspringen. Zijn landgenoot Andreas Almgren zette eveneens een succesvolle recordpoging neer door op de 5.000m onder de Europese toptijd van Mohamed Katir te duiken. Ruben Verheyden was toe aan zijn tweede Diamond League in één week. De nieuwe Belgische recordhouder op de mijl bleef met 3’34″01 amper een kleine seconde boven zijn PR op 1500m.
De komst van ene Mondo Duplantis deed het Olympiastadion in Stockholm zondagmiddag vollopen. De aanwezigen zullen zich hun tripje niet beklaagd hebben, want het Zweeds wonderkind stelde allerminst teleur. Hij verzekerde zich al van een nieuwe Diamond League zege door met zijn polsstok over 6m te springen. 6m28, een centimeter boven zijn vorige wereldrecord, was zijn volgend doelwit. Zijn eerste poging was meteen een schot in de roos. Drie en een halve maand na zijn vorige wereldrecord was het dus opnieuw prijs voor Duplantis. Een dag eerder won Sandi Morris de competitie buiten het stadion in 4m82.
Enkele luttele momenten na het wereldrecord in het polsstokspringen moest ook het Europees record van Mohamed Katir, ondertussen geschorst door whereabouts failures, op de 5.000m eraan geloven. Andreas Almgren is de nieuwe eigenaar. Hij dook met 12’44″27 een kleine seconde onder de vorige toptijd. Mike Foppen liep verderop naar een vierde plaats in een nieuw Nederlands record van 13’02″43.
Samuel Pihlström, nog een thuisloper, won de 1500m in 3’31″53. Onze aandacht ging weliswaar naar Ruben Verheyden die het knap lastig kreeg in de laatste ronde. Hij viel op het einde terug naar een elfde plaats in 3’34″01, een seconde boven de WK-limiet.

Op de 400m horden was het opnieuw de gebruikelijke dominantie van Femke Bol. De Nederlandse klokte haar zevende tijd ooit en moet met 52″11 nog maar een fractie toegeven op de beste wereldjaarprestatie van Sydney McLaughlin-Levrone. Dalilah Muhammad lijkt in haar afscheidsjaar opnieuw haar beste benen terug te vinden. Zij kon voor het eerst sinds 2021 mee onder de 53 seconden duiken. Karsten Warholm, Rai Benjamin en Alison Dos Santos, a.k.a. ‘de grote drie’, vochten een nieuwe battle uit. Enkele dagen geleden was Warholm nog de beste op de 300m horden in een world best maar op de ‘volledige’ afstand ging het er anders aan toe. De wereldrecordhouder werd overklast op de laatste horde en viel terug naar plaats drie. Benjamin haalde het uiteindelijk van Dos Santos in een beste wereldjaarprestatie van 46″54. Dos Santos zijn chrono van 46″68 mag eveneens indrukwekkend genoemd worden.
Beste wereldjaarprestaties kwamen er ook in de 800m en ei zo na op de 100m en in het verspringen. Emmanuel Wanyonyi raasde op de dubbele baanronde naar 1’41″95. Op het kortste sprintnummer bracht Julien Alfred iedereen in verlegenheid. De olympisch kampioene won met een straat voorsprong in 10″75. Tara Davis-Woodhall sprong als enige voorbij de 7m-grens.

Op de 100m horden ging Grace Stark met de bloemen lopen. Haar scherpe chrono van 12″33 was een tikkeltje te snel voor Nadine Visser, maar de Nederlandse kan met een derde plaats in 12″49 moeilijk ontevreden zijn. Haar landgenote Lieke Klaver viel in het slot van de 400m terug naar plaats vier in haar snelste tijd van het seizoen. Isabelle Whittaker dook als enige onder de 50 seconden. Georgia Hunter Bell had op de 800m nog een stevig eindschot in de benen en rolde het halve veld op om als eerste te finishen in 1’57″66.
Yaroslava Mahuchikh kon een zeldzame nederlaag in het hoogspringen niet ontlopen. Zij moest lijdzaam toekijken hoe Nicola Olyslagers als enige over 2m01 wipte. In het discuswerpen tenslotte was Kristjan Ceh met 69m73 de beste.