Op de Flanders Cup Putbos Memorial Buyle zijn er heel wat tickets voor het EK voor junioren behaald. Het aantal geplaatste atleten is daarentegen ongewijzigd gebleven. Willem Renders en Elliot Vermeulen konden eerder dit seizoen al een individueel minima slopen. Camille Sonneville had zich met de aflossingsploeg al naar Tampere gelopen, maar mag dus nu ook individueel aantreden. Daarnaast tekende ook Imke Vervaet voor één van de sterkste prestaties van de meeting door opnieuw laag in de 23 seconden te lopen.
Elliot Vermeulen is een atleet die zijn wedstrijdmomenten secuur uitkiest. Je ziet hem daarom niet vaak met een wedstrijdnummer op, maar als het zo ver is, dan is het opletten geblazen en de geschiedenisboeken erbij nemen. De atleet die uitkomt voor WS is dan ook niet aan zijn eerste Belgische record toe.
Op de Flanders Cup in Oordegem zou de 1500m-specialist de 800m afwerken, al diende deze wedstrijd eerder als doorgedreven training. De verbazing op zijn gezicht was dan ook groot wanneer hij zijn PR met bijna twee seconden bijstelde tot 1’47″38, goed voor de tweede Belgische juniorenprestatie ooit in België. Enkel Eliott Crestan – die bijna dezelfde voornaam draagt – was in zijn juniorenjaren en als ‘volbloed’ 800m-loper nog een halve seconde sneller. Vermeulen dook wel ruim onder de EK-limiet, zijn tweede al nadat hij ook die op de 1500m al bemachtigde, en moet momenteel maar één iemand voor zich dulden op de Europese jaarranglijst.

Zijn trainingspartner Willem Renders voerde een klein uur later een zelfde huzarenstukje op. Renders, die tijdens de IFAM het EK-minima op de 5.000m pakte, trok dit keer stevig door op de 3.000m. De RESC-atleet vreesde in het tweede wedstrijddeel de kop niet en kon ondanks de regen nog een stevige 8’00″76 neerzetten, de snelste Belgische juniorentijd in 42 jaar tijd en wederom onder het EK-minima. Hij klimt daarmee op naar de vierde plaats in de nationale geschiedenisboeken.
Camille Sonneville was de derde gelukkige. Zij had 11″56 nodig op de 100m om ook individueel op het EK junioren in actie te mogen komen en bleef netjes een honderdste onder de gevraagde tijd. Daarmee komt Sonneville naast Rani Rosius te staan op plaats drie in de Belgische rangorde. De KAAG-atlete, die op het kortste sprintnummer een snellere tijd neerzette dan Rani Vincke en Janie De Naeyer, probeerde het daarna ook nog op de 200m. Ze strandde maar op een zucht van de limiet, maar de iets te felle meewind zou haar tijd toch ongeldig hebben gemaakt.

Nog op die 200m zette Imke Vervaet een sterke tijd neer. Zij had meer geluk met de wind. Voor het eerst dit outdoorseizoen blies de wind in het voordeel van Vervaet en aan een gehomologeerde snelheid. Zij was dan ook zichtbaar tevreden met haar seizoensbeste van 23″10. Bij de mannen liep Antoine Snyders naar een nieuw PR van 20″74. Hij moet dit jaar enkel nog Kobe Vleminckx voor zich dulden op de ranking.
Op de volledige baanronde kwam Florent Mabille voor het eerst sinds de interclub in actie. De Belgian Tornados kon echter nog niet wervelen. Hij moest het stellen met 46″56 en zag in de voorgrond hoe Christian Iguacel opnieuw de 46-secondengrens in het vizier krijgt. Ook Jaron De Vriese bleef Mabille voor. Hij liep naar een nieuw PR van 46″41 en strandt zo op twee tienden van de EK-limiet voor beloften. Bij de vrouwen zette Manon De Marez met 53″88 haar derde tijd ooit neer. Mimoun Abdoul Wahab, al zeker van dat EK voor beloften, bracht zijn seizoensbeste op de 400m horden naar 50″15.
Op de hoge horden bewees Steffi De Saegher haar constante door 13″27 op het resultatenblad te zetten. De grootste vreugdekreet kwam echter van net achter haar. Amber Vanden Bosch mocht haar één week oude PR van 13″51 alweer in de vuilbak gooien, want zij verpulverde haar besttijd tot 13″35.
In het kogelstoten heerste Andreas De Lathauwer voor eigen publiek. Voor de tweede keer dit zomerseizoen stootte de atleet, die al geruime tijd zeker is van het EK voor beloften, voorbij de 18m-grens. Philip Milanov kende een moeilijke dag in de werpcirkel. Hij kon zijn discus maar 57m95 ver werpen. In het verspringen was Yanni Sampson de constante zelve. De man met een PR van 7m71 liet drie keer een afdruk net voorbij de 7m60 optekenen.
