Wie Paulien Couckuyt nog eens op wedstrijd aan het werk wil zien, blijft voorlopig op zijn honger zitten. Couckuyt eveneens. De atlete staat te popelen om opnieuw een wedstrijdnummer op te spelden, maar moet door een reeks kwaaltjes voorlopig geduld uitoefenen. De terugkeer naar piste is wel ingezet en als alles goed gaat, kruipt de 28-jarige atlete eind juni opnieuw in de startblokken.
Met een elfde plaats op de Olympische Spelen in Parijs en haar tweede tijd ooit op de 400m horden werd 2024 alsnog een jaar om positief op terug te kijken. En dat was geen vanzelfsprekendheid. Anderhalf jaar daarvoor lag Couckuyt nog in de lappenmand met een afgescheurde kruisband. Wat volgde was een lange revalidatie en een strijd met de world ranking, waar Couckuyt uiteindelijk aan het langste eind trok. De aanhouder wint.
Afgelopen winter staken er opnieuw kwaaltjes op waardoor de VAC-atlete haar indoorseizoen niet de gewenste kleur kon geven. De overgang naar het outdoorseizoen vertoonde helaas gelijkenissen. “Ik heb twee pittige maanden achter de rug”, zo vat Couckuyt het samen. “Mijn lichaam en hoofd zaten niet op één lijn. De lange vluchten naar Zuid-Afrika voor stage en naar China voor de World Relays hebben een zekere stress op mijn lichaam gezet. Ik geraakte er niet goed van gerecupereerd. Eerst speelde mijn rug op waardoor ik alternatief moest trainen. Eens terug op de piste was de training load misschien iets te hoog voor mijn hamstrings en achillespezen. Vooral die achillespezen speelden mij in China parten. Ik kon niet lopen zonder pijn en ben nog altijd op revalideren aangewezen.”

Ondertussen gaat het opnieuw de goede kant op en maakt het alternatieve werk stilaan opnieuw plaats voor het pistewerk. “Momenteel is er nog altijd iets van pijn aanwezig, maar ik wil stilaan toch weer normale trainingen tussen het alternatieve werk stoppen. Het doel is om eind juni weer wedstrijden te lopen.”
Enthousiasme
Ondanks de blessures klinkt er aan de andere kant van de lijn nog steeds een enthousiaste stem, al heeft die karaktertrek ook een keerzijde. “Ik ben een heel enthousiast persoon en wil veel bereiken waardoor ik mijn lichaam vaak tot het uiterste drijf. Die twee eigenschappen nekken mij soms op vlak van blessures, maar daar heb ik intussen veel in geleerd”, vertelt ze. Uiteraard zijn er af en toe ook frustrerende momenten, geeft Couckuyt toe. “Je wil je sterk voelen en mooie dingen tonen, maar mijn lichaam houdt mij tegen. Dat vechten tegen je lichaam is vermoeiend en gaat soms ten koste van het plezier, want er is niets leuker dan doortrainen en presteren.”
Opnieuw schitteren in Tokio
Dat het WK nog enkele maanden van ons is verwijderd is dus geen nadeel. Met het minima op zak moet de hordeloopster zich al geen zorgen meer maken over haar deelname en hoeft er niet overhaast te werk gaan. “Ik ervaar geen grote druk”, klinkt het dan ook. “Het is gewoon jammer dat de wedstrijden opschuiven.”

Haar beste resultaat op een WK was het halen van de halve finales op de 400m horden in Eugene. Een nieuw, specifiek doel wil de kinesiste van opleiding er nog niet op plakken. “Ik heb zoals altijd hoge doelen, maar die zullen we pas echt kunnen vastleggen als we in Tokio zijn. Mijn voornaamste focus is beter zijn dan de Paulien voor de kruisbandblessure en mijn PR aanvallen, al is daar nog veel werk voor nodig.”
Kampioenschapsbeest
Couckuyt kan op een kampioenschap ook altijd iets meer dan op eender welke andere wedstrijd. Haar vier snelste tijden klokte ze telkens tijdens de Olympische Spelen. “Het is leuk dat ik de persoonlijkheid heb dat ik mij op die grote momenten kan overtreffen”, beseft ze zelf. “Wedstrijden waar niets op het spel staat, dat werkt niet goed voor mij. Ik heb een goed doel nodig en als dat er is, dan sta ik er. Ik heb ook goede herinneringen en gevoelens aan Tokio. Tijdens mijn recordrace zat er geen publiek in het stadion, dus ik ben heel benieuwd naar hoe het zal zijn met een vol stadion.”

Trainingsgroep
Hoewel Rudi Diels een tijd geleden een stap opzijzette als haar hoofdcoach, is hij nog altijd betrokken bij de trainingen van Couckuyt. Koen Bellemans schrijft de grote lijnen uit, maar Diels neemt de hordetrainingen voor zijn rekening. “Wekelijks train ik nog met hem samen. Ik vind het heel fijn dat hij betrokken blijft en we onze passie voor de horden kunnen delen. Over Koen zijn aanpak ben ik heel tevreden. Het was in het begin zoeken naar een nieuw evenwicht, maar ik ben blij met de combinatie.”
Couckuyt is ondertussen niet meer de enige atlete binnen haar trainingsgroep die op het internationale toneel te zien is. Eerst was er al Helena Ponette, daarna kwam Alexander Doom er deels bij en op het WK relays maakte ook Manon De Marez haar internationaal debuut. “Het team zet inderdaad stappen en het is fijn om te zien hoe gemotiveerd iedereen is en durft dromen van meer. Manon heeft de laatste tijd alles op alles gezet om bij de Belgian Cheetahs te komen en zij gaat zeker nog mooie stappen zetten. Er zitten trouwens nog talentvolle beloften in de groep”, verklapt de atlete.