Op de P-T-S meeting in het Slovaakse Banska Bystrica heeft Camille Laus een nieuwe persoonlijke topchrono neergezet op de 800m. Na haar eerste duik onder de 2-minutengrens tijdens het BK ging ze met 1’59″50 nu nog bijna een halve seconde sneller. Ook Nel Vanopstal maakte indruk. Zij liep op de 1500m een stevig PR van 4’08″07 en wordt zo de vijfde Belgische ooit.
Camille Laus zorgde afgelopen zondag voor één van de hoogtepunten van het BK in het Koning Boudewijnstadion. Ze kroonde zich tot Belgisch kampioene in een indrukwekkende tijd van 1’59″96, haar eerste duik onder de mythische 2-minutenbarrière.
Vijf dagen later vatte Laus al post in Banska Bystrica om op limietenjacht te gaan. Met nog slechts 2 weken op de kalender tot het sluiten van de kwalificatieperiode, op 24 augustus, dringt de tijd om het WK-minimum van 1’59″00 te lopen. Laus deed het uitstekend en knokte zich in een Europees topveld naar de derde plaats en 1’59″50. Lang heeft haar knappe BK-prestatie dus niet als PR mogen gelden.

Op de 1500m was het tien minuten later al aan Nel Vanopstal om zich te bewijzen. Zij werd op het BK tweede achter Laus en keerde terug naar de afstand waarop ze in juli het EK voor beloften betwistte. In Bergen maakte Vanopstal eerst in de reeksen en daarna opnieuw in de finale brandhout van haar oude recordchrono van 4’13″30. De nummer zeven van dat EK trok met 4’10″94 achter haar naam naar Slovakije en vond dat duidelijk nog niet snel genoeg.
Vanopstal liep naar plaats zes en liet daarbij de klok stoppen na 4’08″07. Van plaats 15 in de Belgische all time ranking maakt ze een indrukwekkende sprong naar de vijfde stek. Elise Vanderelst, Veerle Dejaeghere, Sofie Van Accom en Fatiha Baouf zijn de enige landgenotes die ooit nog sneller waren. Vanopstal scherpte ook haar eigen BR bij de beloften aan.

Timothy Herman is nog steeds geblesseerd aan het gooien in zijn zoektocht naar WK-rankingpunten. Gezien zijn situatie maakte maakte de speerwerper een goede beurt. Hij liet met 77m60 namelijk zijn tweede worp van 2025 optekenen. In de Road To Tokyo-ranglijst is Herman intussen net buiten het top 36-quotum gevallen. Met deze prestatie en een vierde plaats op de zilveren meeting verbetert hij weliswaar lichtjes zijn rankingscore.