De Belgian Cheetahs kenden in tegenstelling tot hun mannelijke collega’s weinig moeite om zich in München te verzekeren van de EK-finale. De drie snelste teams van elke reeks mochten samen met de twee tijdsnelsten naar de finale. Het kwartet, dat voor de gelegenheid bestond uit Naomi Van den Broeck, Imke Vervaet, Helena Ponette en Camille Laus, was niet van de tweede plaats weg te krijgen. Ze verzekerden zich knap van de finale met 3’25″44. 

De Belgian Cheetahs hebben zich probleemloos kunnen plaatsen voor de finale van de 4x400m. De ploeg spaarde Cynthia Bolingo en Hanne Claes nog op en rekende in eerste instantie op Naomi Van den BroeckPaulien CouckuytHelena Ponette en Camille Laus. Uiteindelijk verscheen niet Couckuyt maar wel Imke Vervaet op het toneel.

Van den Broeck trok de wedstrijd op gang. Zij maakte in de eerste 200m geen al te beste indruk, maar maakte in de tweede helft veel goed. Ze stuurde Vervaet als tweede op pad, weliswaar op ruime afstand van Groot-Brittanië. Vervaet deed wat ze moest doen en hield de tweede stek vast. De concurrentie zat onze landgenoten wel op de hielen toen Ponette het stokje kreeg.

De jongste van het kwartet maakte echter een hele sterke indruk door de snelste split neer te zetten en kon Laus in een comfortabele positie op pad sturen. Laus is zoals altijd ijzersterk in de aflossingen en bracht het stokje knap als tweede binnen in 3’25″44. Het was over beide reeksen heen de tweede snelste chrono. Morgen zien we de Cheetahs terug in de finale!

De splittijden:

Naomi Van den Broeck: 51″99

Imke Vervaet: 51″93

Helena Ponette: 50″68

Camille Laus: 50″84

“Dit doet deugd”, zei Van den Broeck, die er niet haar beste weken op heeft zitten. “Vooral technisch was ik veel beter. Ik bleef de hele wedstrijd groot lopen en ik ben blij dat ik de ploeg meteen in een goeie positie heb kunnen lanceren.”

“Vanmorgen hebben we beslist dat ik fris genoeg was om te lopen”, aldus Vervaet. “Ik voelde me goed, alleen moest ik zelf tempo maken omdat we ver achter de Britten liepen. Dat was een beetje moeilijk. Ik heb wat getemporiseerd om nog iets over te houden voor de laatste rechte lijn.”

“Ik verbaas mezelf wel een beetje”, vertelde Ponette. “Na Eugene had ik serieus last van de jetlag en liepen de trainingen niet zo goed. In de callroom stond ik plots als tweede in plaats van derde op de lijst. Dat gaf stress. Omdat ik niemand moest achtervolgen heb ik mijn eigen wedstrijd kunnen lopen. Het is mooi om te zien dat we dit kunnen neerzetten zonder onze snelste twee loopsters. Dat die nog fris zijn voor de finale, geeft veel vertrouwen om eventueel een medaille te pakken.”

“We wisten dat het mogelijk was om zo goed voorin mee te draaien, maar uiteindelijk is het effectief heel vlot gelopen”, zag Laus. “We zijn een land van aflossingen geworden, met vier ploegen in de finale. Deze wedstrijd heeft me vertrouwen gegeven na mijn ontgoochelende tijd in de halve finales van de 400 meter. Een medaille is mogelijk zaterdag, maar we gaan een perfecte race nodig hebben.”