Daar staan ze weer. Nafi Thiam en Noor Vidts zijn de nummers één en twee na de eerste dag van de zevenkamp op het EK in München. Na afloop reageerden ze allebei tevreden, Thiam nog iets meer dan Vidts.

“De horden waren super, het hoogspringen al helemaal”, begon Nafi Thiam haar relaas. “Of ik mezelf daar verbaasd heb? Ja en nee. Het is niet dat ik mijn persoonlijk record verbeterd heb, maar het deed wel deugd om weer te kunnen aanknopen met dat soort hoogtes. Op 2m01 heb ik me wel wat bezeerd aan mijn voet. Daarom liet ik mijn derde poging vallen. In het kogelstoten heb ik op training al verder gegooid en dat is frustrerend, maar het was zeker niet slecht.”

De olympische en wereldkampioene zag er behoorlijk gelukkig uit. “Met slechts drie weken herstel na het WK wist ik niet goed wat te verwachten, maar ik ben héél tevreden met deze eerste dag”, klonk het. “Het was wel een lange dag en op de 200 meter zag je dat iedereen vermoeid was, ook ik. Het uurschema is een beetje ongelukkig opgesteld. We moesten héél vroeg opstaan en heel laat doorgaan.”

Te vroeg victorie kraaien, daar laat Thiam zich niet aan vangen. “Morgen wordt nog een moeilijke dag”, beseft ze. “Het verspringen is altijd tricky. Het wordt belangrijk om meteen met een degelijke sprong te openen, maar eerst goed herstellen vannacht. Met de vermoeidheid die nog in de benen hangt van het WK wordt dat nog crucialer dan anders.”

Met haar puntentotaal is onze landgenote niet bezig. “Dit is een kampioenschap. Ik ben bezig met het verdedigen van mijn titel. Verder zien we wel, maar het is duidelijk dat ik in vorm ben. Alleen gooide ik in mijn recordmeerkamp meer dan 59 meter met de speer. Het wordt lastig om dat nog eens te evenaren”, besloot ze.

Noor Vidts was eerder gematigd tevreden. “Ik denk dat ik vrij goed bezig ben, maar geen enkele proef was super”, luidt het. “De horden waren wel goed, hoogspringen was heel nipt op 1m86. Van kogelstoten was ik minder tevreden. In de opwarming gooide ik verder. Dat is een beetje stom. Met de 200 meter moet ik blij zijn, want de piste is niet snel en tegenover de anderen deed ik het goed. Al bij al kan ik wel zeggen dat ik goed bezig ben.”

Zeker van een medaille waant Vidts zich allesbehalve “Er is nog een hele dag. Er kan nog veel gebeuren”, weet ze. “Ik probeer daar niet mee bezig te zijn, want dat gaat mij niet helpen morgen. Ik doe gewoon mijn best. Het zou dwaas zijn om op een concreet resultaat te focussen.”