Kobe Vleminckx was op het EK in München nog een maatje te klein om echt mee te kunnen strijden om de finaletickets op de 100m. Met de olympisch kampioen Marcell Jacobs naast zich, sprintte Vleminckx naar plaats zeven in zijn reeks. Zijn tijd van 10″34 was onvoldoende voor een plaats bij de beste acht van Europa.

In de derde en laatste halve finale van de 100m maakte Kobe Vleminckx zijn opwachting. Vleminckx had van al zijn concurrenten het traagste persoonlijk record achter zijn naam. Een plaats bemachtigen in de EK-finale zou dus op zijn zachtst gezegd een moeilijke opdracht worden.

Vleminckx kon de eerste 50m nog knap op de hoogte blijven van zijn concurrenten. In de tweede helft viel de snelste Belg van het moment wat terug. Met 10″34 werd Vleminckx uiteindelijk negentiende van Europa.

“Ik had veel meer verwacht”, zei Vleminckx na afloop. “Mijn ambitie was om hier onder de 10.20 te lopen. Mijn start was goed, maar dat verraste mij een beetje. Mijn lichaam is niet meer gewend aan zo’n snelle start. Wat mij het hele seizoen niet gelukt is, ging nu dus goed. Maar mijn tweede wedstrijddeel, dat het hele seizoen goed was, voerde ik nu niet goed uit. Het is zaak om alles eens samen te brengen, en dan gaat er echt iets mooi uitkomen. Ik heb alleen wat tijd nodig om alles te perfectioneren.”
Met zijn seizoen kan de spurtbom meer dan leven. “Mijn seizoen is goed geweest”, klinkt het. “Mijn gemiddelde ligt onder de 10.30. Ik heb duidelijk een stap voorwaarts gezet en ben blij dat ik niet langer op die 10.40 blijf hangen, maar de uitschieter is er niet gekomen. Dat is puur omdat ik nooit een ideale wedstrijd heb gekend. Als ik op deze manier door kan gaan doe ik de komende jaren met de Europese top mee.”
Vrijdag zien we Vleminckx opnieuw in actie in de reeksen van de 4×100 meter. “Het team heeft een boost gekregen door hier te zien dat ik goed in vorm ben, en de rest van de ploeg is ook goed. In de reeksen gaan we risico’s nemen. Dat is onze kans om in de finale te geraken”, besloot hij.