Koen Naert liep een dijk van een olympische marathon in Sapporo en finishte als tiende. Als je de bronzen plak van Bashir Abdi even wegdenkt, gaat het om de best Belgische marathonprestatie sinds Karel Lismont in 1980. De Europese kampioen was dan ook tevreden.

“Ik had geen flauw idee hoeveelste ik liep, maar vermoedde wel dat ik niet zo ver van de top zien zou zitten”, vertelt Naert. “In de laatste kilometers voelde ik dat ik steeds dichter bij de Marokkaan voor mij kwam en zei ik tegen mezelf: ‘stel je voor dat het hier om de top tien gaat’. Ik zou het mezelf nooit vergeven hebben als ik hem niet had ingehaald. Ik had krampen tot achter mijn oren, maar het is fantastisch dat ik effectief de top tien heb gehaald.”

Naert liep een gedurfde wedstrijd en was lang voorin terug te vinden. “Ik wist dat ik me best redelijk voorin positioneerde. In Rio zat ik te ver naar achteren”, klinkt het. “Als je wil scoren, moet je soms gokken, en dat heb ik gedaan. Ik heb hier met ballen gelopen. Tegen mijn coach zei ik voor de start: ik ga patsen vandaag. Kletsen geven. Op intuïtie besliste ik om mee te gaan toen de groep werd uitgedund, en mijn intuïtie zat goed. Rond 28 kilometer kreeg ik het moeilijk en ging de kopgroep ervandoor, maar ik wist niet met hoeveel ze waren. Ik voelde dat ik aan het vertragen was, maar er kwam niemand meer terug, dus blijkbaar is het zwaar geweest voor iedereen.”

In het allerbeste scenario had Naert misschien wel op nóg meer gehoopt. “Een superdag zoals op het EK in Berlijn, had ik niet. Die komen maar een paar keer per jaar voor, maar ik was vooral heel goed voorbereid en heb op mijn waarde gelopen en ben tevreden met hoe het gelopen is. Twee Belgen in de top tien van een olympische marathon, niet slecht hé? Ik ben een topatleet en als je zo dicht komt bij een olympisch diploma, is er toch een beetje ontgoocheling, maar als de hele wereldtop er is en je bent tiende, moet je tevreden zijn”, besluit hij.

Dieter Kersten: “Spaghettibenen van in eerste kilometer”

Dieter Kersten eindigde in Sapporo als 59e, maar was daar niet tevreden mee. “Dit is één grote ontgoocheling”, klonk het streng. “Ik was voor veel meer gekomen. Een leermoment, noemen ze dat zeker? Ergens ben ik wel blij dat ik de finish gehaald heb want dat was hier mijn hoofddoel, maar dat is ook het enige. Voor de rest mag ik niet tevreden zijn, al heb ik wel karakter getoond. Dit ga ik toch even moeten laten bezinken. Momenteel zit ik even diep.”

De Limburger zat nooit lekker in de wedstrijd. “Van in de eerste kilometer had ik spaghettibenen. Mijn passage halverwege in 1u07:45 was nog oké, maar dat moest met overschot zijn en dat was niet het geval. In de tweede wedstrijdhelft viel ik compleet stil. Het enige waar ik nog aan kon denken, was de finish halen. Ik geraakte met moeite nog vooruit. Het was afzien als de beesten”, besluit Kersten.