De Belgian Cheetahs plaatsten zich donderdag voor de olympische finale van de 4×400 meter in Tokio. Zonder de geblesseerde Cynthia Bolingo snelden ze naar een Belgisch record van 3’24”08. Na afloop stonden ze te blinken.

De splits van de Cheetahs had u nog van ons tegoed: Van den Broeck 51″69, Vervaet 50″70, Couckuyt 51″08 en Laus 50″61.

Van vermoeidheid was weinig sprake, ook al hadden verschillende Cheetahs al heel wat races in de benen. “Voor een olympische wedstrijd ben je altijd fris”, grapte Paulien Couckuyt. “Ik had superveel zin om te lopen. Met deze meisjes naar de finale gaan was één van mijn grote doelen. Supercontent. We hadden wel in ons hoofd om top drie te lopen en het is allemaal mooi verlopen. Naomi is goed begonnen, Imke heeft mooi ingehaald en Camille en ik hoefden het maar vast te houden.”

De Belgen liepen de achtste tijd in de reeksen, maar leggen zich niet neer bij die plaats in de finale. “Het ligt superdicht bij elkaar. In de finale is alles mogelijk, maar de VS en Jamaica lijken buiten categorie. Hopelijk kunnen we de vijfde plaats van in Doha evenaren”, zegt Couckuyt.

Camille Laus mocht het als slotloopster opnieuw afmaken. “Paulien zette mij al in een mooie positie en met de Duitse voor mij had ik een mooi mikpunt”, klinkt het. “Het frustreert mij wel een beetje dat de Cubaanse mij op het einde nog passeerde, maar daar nemen we in finale revanche voor.”

De kapitein van de Cheetahs was trots. “We lopen hier een toptijd. Iedereen heeft het goed gedaan. Het blijft jammer dat Cynthia er niet is, maar dit resultaat toont dat we in de breedte over een sterke ploeg beschikken. Er komen steeds meer meisjes in dit project en dat is goed nieuws. De Polen hebben tien toppers en dat is waar wij stilletjes aan ook naartoe moeten”, besluit Laus.

Imke Vervaet was niet zozeer verrast over de plaats, maar wel over de chrono. “Zo’n tijd hadden we niet verwacht. We wisten wel dat we een Belgisch record nodig hadden. Ons eerste doel is bereikt door de finale te halen, en nu moeten we proberen om daar nog sneller te gaan. We starten daar niet om achtste te worden”, aldus Vervaet.

De 200 meterspecialiste liep al haar vijfde wedstrijd in Tokio. Zaterdag volgt nummer zes. “Op adrenaline blijf ik gaan. Ik ben compleet kapot, maar er zit een dag tussen nu, dus zaterdag gaan we er weer tegenaan”, zegt ze zonder twijfelen.

Naomi Van den Broeck debuteerde op het grote toneel. Op voorhand pakte ze met een coole boksersmove uit. “Dat was gewoon waar ik op dat moment zin in had: positieve vibes verspreiden”, legt ze uit. “Eigenlijk had ik geen stress. Van de omstandigheden en sfeer hier ben ik wel onder de indruk, maar eens ik op de piste stond, vormde dat geen probleem meer. Ik zei tegen mezelf dat ik het gewoon een wedstrijd was als een andere.”

Over haar race was de debutante gematigd tevreden. “Mijn start was goed, maar de rest van de race had ik wat beter kunnen uitvoeren. Ruimte voor verbetering is er altijd, maar ik mag eigenlijk niet klagen over mijn eerste koers op de Olympische Spelen”, besluit Van den Broeck.