Het coronavirus zorgt deze periode voor een grote leemte in de wedstrijdkalender. Gelukkig werden we in het verleden regelmatig verwend met fenomenale prestaties in binnen- en buitenland. Wij doken de archieven in en blikken terug op 6 knalprestaties van atleten van eigen bodem op het mondiale en Europese toneel.

2019: Belgian Tornados eindelijk beloond met bronzen plak op WK in Doha

Op het Europese toneel deden ze het al verschillende keren, maar op een WK of Olympische Spelen zagen de Belgian Tornados de voorbije jaren een medaille telkens aan hun neus voorbij gaan. Op het WK in Doha kreeg de aflossingsploeg een nieuwe kans om die o zo verdiende medaille eindelijk te pakken. Ondanks het wegvallen van de geblesseerde Jonathan Borlée mocht het kwartet nog steeds podiumambities koesteren.

De reeksen waren een koud kunstje voor Julien Watrin, Jonathan Sacoor, Kevin en Dylan Borlée. Met de derde tijd van alle landen onderstreepte het kwartet nogmaals de medaillekansen. In de finale pakte coach Jacques Borlée uit met een wat verrassende opstelling. Sacoor, het jongste lid van het team, werd voor het eerst als startloper aangesteld. De halve finalist van het WK op de 400m lanceerde Robin Vanderbemden, die Watrin verving, knap in derde stelling. Na een razendsnelle eerste 200m verloor Vanderbemden terrein, maar hij verzekerde wel dat Dylan Borlée als derde kon vertrekken. De jongste broer hield de positie mooi vast en kon Kevin Borlée in bronzen positie de slotronde insturen. De kapitein van de ploeg moest wel Zambrano en Cedenio, de slotlopers van respectievelijk Colombia en Trinidad en Tobago, proberen afhouden. Borlée had echter alles onder controle en na opnieuw een ijzersterke laatste rechte lijn bracht de vice-Europese kampioen op de baanronde op sublieme wijze het stokje als derde binnen in 2’58”78.

De eerste mondiale medaille in openlucht was na 12 jaar jagen eindelijke een feit. Met de Belgian Tornados ben je nooit klaar, dat staat vast. Herbekijk hun race hieronder (vanaf 11’35).

2018: Koen Naert zorgt op EK in Berlijn voor apotheose met goud op marathon

Het EK in Berlijn was al bijzonder succesvol voor de Belgen met vijf maar liefst medailles. Met Koen Naert kon de Belgische delegatie op de slotdag echter nog een grote troef uitspelen. De marathonloper had er een goede stage in de Verenigde Staten opzitten en had zijn zinnen gezet op een plaats bij de beste acht. Tijdens de wedstrijd liet hij zich niet gek maken door een vroege aanval van de Nederlander Nageeye en de Fransman Chadhi. Naert ging verstandig om met zijn krachten in de zware omstandigheden met temperaturen van om en bij de 25 graden.. Halfweg passeerde onze landgenoot in 1u05:54, waardoor snelle eindtijd eveneens tot de mogelijkheden behoorde.

Naert hield goed stand in de kopgroep, die kilometer na kilometer uitdunde. Met nog ruim tien kilometer voor de boeg leken de medailles verdeeld. Onze landgenoot had samen met de Italiaan Rachik en de Zwitser Abraham afstand genomen van de rest van het veld. Het trio zette samen hun tocht verder, maar de atleet van RESC had andere plannen. Twee kilometer later hij een versnelling hoger, waardoor het duo moest passen. De vroege aanval leek een vrij atypische zet voor een berekend atleet als Naert en dat kon dus maar op één ding kon wijzen: hij beschikte over een stel wonderbenen. De kloof werd stelselmatig uitgediept en met nog één kilometer te gaan begon bij iedereen door te dringen dat de buit binnen was, ook bij Naert die geen blijf wist met zijn ongeloof en vreugde.

Hij griste in de slotmeters een Belgische vlag mee aan en drapeerde die om zijn schouders om zijn zegetocht verder te zetten. De vuist ging in de lucht. Hij had het geflikt en dat nota bene in een nieuw kampioenschapsrecord van 2u09:51. Onwaarschijnlijk, ons land was niet alleen een medaille, maar ook een Europese kampioen rijker. De ongelofelijke stunt van Naert was de apotheose van een geweldig EK voor de Belgen. Herbekijk de laatste meters van onze landgenoot hier.

Koen Naert op het EK in Berlijn – Foto: Jeroen De Meyer

2016: Nafi Thiam onttroont Jessica Ennis-Hill en wordt de onverwachte olympisch kampioene

Met een bronzen plak op het EK in Zürich in 2015 had Nafi Thiam al bewezen dat ze behoorlijk wat in haar mars had. Op het allerhoogste toneel had de meerkampster zich echter nog niet volledig kunnen bewijzen. Daar kon tijdens de Olympische Spelen in Rio wel eens verandering in komen. Op een goede dag maakte Thiam op papier misschien wel kans op een plaats bij de beste vijf. Thiam kende echter niet gewoon maar een ‘goede’ dag, maar schitterde twee dagen lang.

Thiam kon moeilijk beter beginnen aan haar tweedaagse. Ze zette meteen een PR neer op de 100 meter horden (13”56) en in het hoogspringen (1m98). In het hoogspringen zette ze samen met Katerina Johnson-Thompson zelfs een WR in de meerkamp neer. Een derde PR kwam er niet in het kogelstoten, maar dat belette onze landgenote niet om voor het eerst het klassement aan te voeren.

Na de iets minder sterke 200m van onze landgenote, begon de atlete als tweede aan de tweede dag, net achter titelverdedigster Jessica Ennis-Hill. Daar kwam dankzij een nieuw PR in het verspringen (6m58) snel verandering in. Thiam deed ons dromen van olympisch goud, al werd het nagelbijten hoe het speerwerpen zou verlopen. De meerkampster reisde namelijk naar Rio af met een pijnlijke elleboog. Thiam verbeet de pijn en haalde snoeihard uit in haar eerste poging. Ze schreeuwde het uit van de pijn, maar de speer vloog wel 53m13 ver. Een straffe prestatie. Het goud leek met enkel de 800 meter nog te gaan binnen handbereik. Thiam haalde alles uit de kast en hield Ennis-Hill achter zich in het klassement. De amper 21-jarige atlete haalde het zo van de Britse die op haar 30ste kon teren op tonnen ervaring. Queen Nafi was geboren. Herbekijk de heroïsche strijd met de Britse hieronder.

2016: Thomas Van der Plaetsen vecht als een leeuw en pakt Europese titel op tienkamp

Eind 2014 ging Thomas Van der Plaetsen het gevecht aan met teelbalkanker. Ondanks een operatie en chemotherapie had de meerkamper op een jaar tijd een ongelofelijke weg afgelegd. In de zomer van 2015 werd zijn vechtlust beloond met goud op de Universiade en een score boven de 8.000 punten tijdens het WK in Peking. In geen tijd vond Van der Plaetsen opnieuw de weg naar de top.

Op het EK in Amsterdam in 2016, goed anderhalf jaar na de diagnose, stond Van der Plaetsen opnieuw aan de start van een internationaal kampioenschap. Van der Plaetsen had vooral een hoofddoel gemaakt van de olympische limiet voor de Spelen in Rio, maar wou ook meespelen voor de medailles. Na dag één van de tienkamp leek die dubbelslag geen utopie. Een iets mindere beurt in het kogelstoten werd ruimschoots gecompenseerd met glansprestaties in het ver- en het hoogspringen. Onze landgenoot sloot zijn eerste dag af op een knappe vierde plek. Met 4.146 punten lag de weg naar een medaille én de Olympische Spelen open.

Op de tweede dag komt Van der Plaetsen telkens nog net iets beter uit de verf. Door het uitvallen van Hans Van Alphen en Niels Pittomvils begon die dag weliswaar in mineur. Van der Plaetsen bracht gelukkig snel soelaas. Na een meer dan degelijk passage op de hoge horden en in het discuswerpen volgde een knap staaltje polsstokspringen. Met een sprong over 5m40 tienkamper aller tijden in ons land niet alleen de overwinning in alle springdisciplines op zijn naam, hij ging ook aan de leiding in de tussenstand. Ondanks een pijnlijke elleboog bleef Van der Plaetsen na het speerwerpen op nummer één staan. Enkel de afsluitende 1500 meter kon hem nog van het goud weerhouden, maar ondanks de negen voorafgaande proeven was Van der Plaetsen nog lang niet door al zijn krachten heen. De alleskunner moest er diep voor graven, maar vond nog net genoeg energie om zijn eerste Europese titel bij de senioren veilig te stellen. Nog geen twee jaar na zijn diagnose, op amper 37 punten van zijn PR en een ticket naar Rio, hoedje af. Van der Plaetsen was helemaal back in business.

2015: Philip Milanov werpt zich naar het zilver en BR op eerste WK

Philip Milanov kende zijn grote doorbraak in 2015. Nadat de discuswerper de Diamond League in Londen op zijn naam schreef en een kleine week later in Stockholm opnieuw bij de beste drie eindigde, was hij helemaal klaar om in Peking zijn WK-debuut te maken. Amper acht atleten gingen hem op dat moment voor op de jaarranglijst waardoor Milanov meteen mocht mikken op een finaleplaats.

De buitenwereld begon stilaan te geloven in de medaillekansen van onze landgenoot, maar Milanov zelf hield de druk af. Met 63m85 plaatste hij zich vrij eenvoudig voor de finale. Slechts vier atleten leverden in de kwalificaties een verdere worp af dan onze landgenoot.

Twee dagen later stond de finale gepland. Milanov begon meer dan degelijk aan zijn competitie en stond na twee worpen knap vijfde. Bij de derde poging volgde meteen een oerkreet bij het lossen van de discus. De armen gingen in de lucht en dat was niet zonder reden. De discus landde maar liefst 66m90 ver, een nieuw nationaal record en goed voor de tweede plaats in de tussenstand. Milanov besefte heel goed wat hij gepresteerd had en balde de vuisten. Geen enkele atleet ging nog voorbij 66m90 waardoor Milanov zich verzekerde van het zilver, en dat nota bene op zijn eerste WK. Hij was de eerste landgenoot ooit die erin slaagde om zilver te pakken op een WK. Voor de wereldtitel schoot hij nog een halve meter tekort. De Pool Piotr Malachowski wierp zijn discus namelijk 67m40 ver. Herbekijk de zilveren worp hieronder.

2011: Kevin Borlée snelt dankzij knappe remonte naar eerste individueel eremetaal op WK

In 2010 boekte Kevin Borlée zijn eerste groot individueel succes op de baanronde door op het EK in Barcelona naar de Europese titel te snellen. Een jaar later mocht Borlée opnieuw de strijd aangaan met de absolute wereldtop op het WK in Daegu. In 2009 strandde de Belgian Tornado nog in de halve finales, maar dit keer plaatste Borlée zich moeiteloos voor de finale. Met de derde tijd van alle deelnemers mocht Kevin samen met zijn broer Jonathan er de Europese eer hooghouden. Kevin stond ondertussen al gekend om zijn pijlsnelle laatste rechte lijn. Dat was tijdens de WK-finale niet anders waardoor Borlée dankzij een knappe eindsprint als derde de finish overschreed in 44”90. Kirani James en LaShawn Merritt konden met 44″60 en 44″63 als enige onze landgenoot voorblijven. Jonathan kwam amper zeventiende honderdsten na zijn broer als vijfde over de streep en viel net naast het podium.

Na een zilveren plak met de 4x400m-ploeg op het WK indoor in 2010 had Borlée nu ook zijn eerste individuele medaille beet op een mondiaal kampioenschap. Borlée was op dat moment nog maar de vierde atleet ooit die erin slaagde om eremetaal te bemachtigen op een WK outdoor. Het lijkt haast onwezenlijk om met een atleet die op het WK in 2019 nog brons pakte met de 4x400m-ploeg naar het jaar 2011 terug te moeten blikken. Het bewijst nog maar eens hoe lang de broers Borlée al bovenaan meedraaien. Bekijk de bronzen race hieronder.