De slotdag op het WK in Doha stond in het teken van zeven finales. Malaika Mihambo toonde haar overmacht in het verspringen. Timothy Cheruiyot voerde in de 1500m een nummertje op zoals Sifan Hassan het bij de vrouwen deed. Joshua Cheptegei nam een groot deel van het beulwerk op zich tijdens de 10.000m en werd beloond met een scherpe tijd en het goud. Anderson Peters en Nia Ali tekenden voor de verrassingen van de dag in respectievelijk het speerwerpen en de 100m horden. De Verenigde Staten waren zoals verwacht oppermachtig tijdens de afsluitende 4x400m.

Mihambo vliegt drie keer voorbij zeven meter

Dat de finale van het verspringen eigenlijk om één atlete zou draaien, was op voorhand geweten. De Europese kampioene Malaika Mihambo was in 2019 oppermachtig en toonde dat ze nog wat energie had gespaard voor Doha door met ruime marge 6m98 te springen in de kwalificaties. Het zou een voorbode zijn van een voor haar waanzinnige finale. In haar derde poging vloog de Duitse naar 7m30, een verbetering van haar nationaal record met 14 centimeter. Vervolgens zou Mihambo ook nog 7m09 en 7m16 noteren. Ze sluit haar seizoen af met haar beste reeks en een verbetering van haar eigen beste wereldjaarprestatie. De Duitse kwam deze zomer 12 keer in actie in de zandbak en ging in zeven van die competities minstens één keer voorbij de magische zeven meter.

Het zilver en brons waren weggelegd voor Maryna Bekh-Romanchuk en Ese Brume. Het duo werd door welgeteld één centimeter gescheiden. Bekh-Romanchuk noteerde net op het juiste moment haar beste sprong van het seizoen met 6m92. Tori Bowie, twee jaar geleden nog goed voor het goud op de 100m, strandde met 6m81 op tien centimeter van een medaille in het verspringen.

Cheruiyot kopieert finale van Sifan Hassan

Cheruiyot tijdens de halve finales van de 1500m (gouden borstnummer) -Foto: Bjorn Paree

Timothy Cheruiyot had ongetwijfeld de finale van Sifan Hassan op de 1500m gezien, aangezien de Keniaanse topfavoriet voor een gelijkaardige tactiek opteerde. Cheruiyot snelde na het startschot meteen naar de leiding en zou die leidersplaats nooit afstaan. De snelste man van het seizoen hield het tempo strak, waardoor het meer op een Diamond League-manche leek dan een WK-finale. Op uitzondering van zijn landgenoot Kwemoi kon niemand echt aanpikken bij de Keniaan, die solo naar 3’29″26 knalde. Cheruiyot lijkt stilaan klaar om volgend jaar een gooi te doen naar het mythische WR (3’26″00) van Hicham El Guerrouj. In de strijd om het podium haalden Taoufik Maklhoufi en Marcin Lewandowski het enigszins verrassende van schaduwfavoriet Jakob Ingebrigtsen. Het Noorse toptalent had echter al vier races in de benen voor de finale. Zijn naast belagers hadden er twee gelopen. Makhloufi, de olympische kampioen van 2012, hield met 3’31″38 net de Pool, die met 3’31″46 een nationaal record noteerde, af. Ingebrigtsen strandde op de ondankbare vierde plaats in een stevige 3’31″70, met in zijn spoor ook de Schotten Jake Wightman en Josh Kerr die met respectievelijk 3’31″87 en 3’32″52 hun PR’s aanzienlijk verbeterden.

Cheptegei lost verwachtingen in tijdens pijlsnelle 10.000m

De 10.000m kon voor het eerst in 12 jaar niet rekenen op Mo Farah. De tweede man na Farah in 2017, de Oegandees Joshua Cheptegei, was na zijn wereldtitel in het veld én eindwinst in de Diamond League op de 5.000m de te kloppen man. Cheptegei zou samen met de Ethiopische en Keniaanse atleten de race hard maken, waardoor een chrono onder 27 minuten in de maak leek. In de slotkilometer ging het tempo met een ruk de hoogte in, aangezien Cheptegei nog verlost moest raken van snelle mannen Yomif Kejelcha en het Keniaanse supertalent Rhonex Kipruto. Na een prangende, 300 meter durende sprint zou Kejelcha toch breken. Cheptegei haalde het in een beste wereldjaarprestatie van 26’48″36, een goeie seconde sneller dan de tijd waarin Farah in 2017 het goud won. Kejelcha en Kipruto vervolledigden het podium met respectievelijk 26’49″34 en 26″50″32.

De Canadees Mohammed Ahmed was op de 5.000m goed voor het brons en werd hier knap zesde in een nationaal record van 26’59″35. De Italiaan Yermaneberhan Crippa, die bij ons vooral gekend is voor zijn goede prestaties op het EK veldlopen, finishte net in de top acht in een stevig Italiaans record van 27’10″76.

Peters verrast favorieten Kirt en Vetter 

Anderson Peters – Foto: Erik Van Leeuwen

Een Duits podium was na de kwalificaties van het speerwerpen niet langer mogelijk. Uiteindelijk zou de speerwerpnatie na de finale vrede moeten nemen met het brons van titelverdediger Johannes Vetter. Vetter noteerde een beste worp van 85m37, maar kwam daardoor toch meer dan een meter tekort voor het goud. Ook Magnus Kirt, die zich in zijn vijfde poging flink bezeerde aan zijn linkerschouder en moest afgevoerd worden, was voorlopig de man van het seizoen. De Est zou echter zijn tanden stuk bijten op de onverwachte Anderson Peters uit Grenada. Kirt bleef met 86m21 lichtjes onder de verwachtingen en Peters bezorgde zijn land met 86m89 een onverwacht gouden plak. Chao Tsun-Cheng, één van de revelaties van het seizoen, kreeg geen drie extra pogingen na een beste worp van 77m99 en werd daarmee pas tiende.

Ali verrast favorietes Williams en Harrison

Danielle Williams was de gedoodverfde favoriete op de 100m horden bij de vrouwen, maar leek in de finale te bezwijken onder de druk. Het waren de Amerikaanse dames Nia Ali en Kendra Harrison die duidelijk een betere start kenden dan de Jamaicaanse. Williams zou in de slotfase nog enkele meters goed maken, maar zou uiteindelijk op een derde plaats stranden in 12″47. Ze hield echter wel net de Nigeriaanse Tobi Amusan af in de strijd om het brons. Amusan noteerde 12″49. Ali verraste wereldrecordhoudster Harrison in de strijd om het goud door naar een PR van 12″34 te snellen. Harrison klokte af na 12″46. Ali heeft meerdere redenen om te vieren, aangezien haar man en vader van haar jongste kindje, de Canadees Andre De Grasse, zelf goed was voor zilver en brons op respectievelijk de 200m en 100m.

Nia Ali – Foto: Erik Van Leeuwen

Ali is echter geen onbekende, aangezien ze in 2016 nog tweede werd op de Olympische Spelen in Rio na haar landgenote Brianna McNeal, die de halve finales zelfs niet haalde na een valse start in de reeksen.

Verenigde Staten zoals verwacht oppermachtig tijdens 4x400m

De afsluitende 4x400m-wedstrijden waren een kolfje naar de hand van de Amerikaanse teams. Bij de vrouwen kwamen de nummers één en twee van de zinderende 400m horden-finale aan de start, Dalilah Muhammad en Sydney Mclaughlin in het gezelschap van 400m-finalistes Phyllis Francis en Wadeline Jonathas. Het ‘Dream Team’ deed het zonder Allyson Felix, maar stoomde wel vlot naar het goud in 3’18″92. Het Poolse team werd knap tweede in een nationaal record van 3’21″89. Jamaica verdween even van het podium door een diskwalificatie, maar werd vervolgens toch me het brons beloond. Bij de mannen kenden Fred Kerley, Michael Cherry, Wilbert London en Rai Benjamin geen medelijden met de concurrentie. Het kwartet snelde naar 2’56″69.