Nina Lauwaert en Isaac Kimeli waren zondag de beste Belgen op de AA Drink CrossCup in Hannuit, de vierde manche van het seizoen. Wat hadden zij en hun voornaamste concurrenten na afloop te vertellen?

Nina Lauwaert (derde lange cross vrouwen): “Toen de andere Belgische meisjes middenin de wedstrijd terugkeerden, dacht ik even: shit, ik ben te snel vertrokken. Toen ik in het begin helemaal aan de leiding ging lopen, was dat in de hoop dat er enkele buitenlandse concurrentes zouden meeschuiven en ik op die manier afstand kon nemen van de andere Belgen. Maar ik kreeg geen bondgenoot. Naar het einde toe kwam er meer kracht op mijn benen en verzorgde ik ook beter mijn looptechniek. Maar in de laatste halve ronde heb ik toch veel pijn geleden. Ik wilde zeker bij de eerste drie eindigen. Maar eerlijk gezegd had ik wel gehoopt dat het vlotter zou lopen vandaag. In de rest van het winterseizoen neem ik enkel nog deel aan de CrossCups in Rotselaar en Brussel.”

Elise Vanderelst (eerste belofte en LBFA-kampioene lange cross vrouwen): “In de start ging het hard, voor mij iets té hard. Ik moest de kopgroep laten gaan, maar dat was geen ramp. Ik wist niet goed wat te verwachten zo middenin de examens, maar het liep eigenlijk best goed. Tot op het laatste moment heb ik getwijfeld met de korte cross, omdat ik van mijn trainer zelf mocht kiezen. Maar uiteindelijk voelde ik me toch beter voorbereid op de lange cross. Mijn trainingen zijn in de winter op uithouding gericht. Dat ik LBFA-kampioene word, is een beetje een verrassing. Ik had totaal geen idee wat ik op dat vlak moest verwachten. De komende weken doe ik alleen nog de CrossCups in Rotselaar en Brussel. Ik heb overwogen om aan de IFAM Indoor deel te nemen, maar ik ben niet getraind voor indoorwedstrijden.”

Isaac Kimeli (tweede lange cross mannen): “Het liep wat moeizaam, maar dat had ik wel verwacht na een zware verkoudheid. Het plan was om bij de start rustig de eerste Belgen te volgen. Daarna maakte ik tempo in de hoop dat er een samenwerking op gang kon komen, waardoor we de Oegandees nog konden bijbenen. Maar niemand wilde meewerken. Dan maar lopen voor de tweede plaats. Ik had minder last van mijn ademhaling. Op het bergje probeerde ik enkele keren aan te vallen om Robin kwijt te spelen, maar hij wilde niet plooien. Dan maar op de spurt mikken. Cadeau’s uitdelen was ik niet van plan. De 25 punten voor de eerste Belg moesten van mij zijn, en dat lukte. Ik wil mijn conditie weer opkrikken na die ziekte en ga nu eerst weer aan het trainen. Daarna loop ik nog de twee resterende CrossCup-manches in Rotselaar en Brussel, en daar verwacht ik heel sterk voor de dag te komen.”

Robin Hendrix (derde lange cross mannen): “Eerlijk gezegd kreeg ik een beetje schrik toen de anderen zo snel vertrokken. Misschien was ik wat vermoeid door de examens. Maar ik kwam er snel door en ging voor de drie punten aan de tussenspurt, die ik opraapte. Daarna probeerde ik om opnieuw een beetje te herstellen. Dat lukte goed, want in de voorlaatste ronde voelde ik dat ik nog heel veel overschot had. Ik probeerde Isaac los te gooien, maar tevergeefs. Hij is echt een kanon. Ik voelde bij momenten zelfs dat hij er wat mee aan het spelen was, en in de spurt was ik kansloos. Binnen drie weken doe ik één limietpoging voor het EK op de 3.000 meter in Linz. Het is erop of eronder.”

Jeroen D’hoedt (vijfde lange cross mannen en LBFA-kampioen): “Ik ben niet helemaal tevreden over mijn wedstrijd. Ondanks twee hele goede wedstrijden de voorbije weken stond ik met veel twijfels aan de start. Ik ben onlangs ziek geweest en kon sindsdien het goede ritme maar niet terugvinden op training. Ik kon op karakter enkele keren weer de aansluiting maken, maar liep naar mijn gevoel achter de feiten aan. Ik zat nooit echt in de wedstrijd. Na ronde twee was het echt knokken voor mij en dat is te vroeg om iets te kunnen betekenen in deze wedstrijd. Elke titel die je kan pakken is mooi meegenomen, dus ik ben heel blij dat ik hier wel nog de LBFA-titel op mijn naam kon schrijven. Dit is eentje voor mijn club CABW.”