Simon Debognies mocht afgelopen zondag opnieuw vieren op de Gentse Blaarmeersen. OEH won namelijk voor de vijfde keer op rij de Structabo CrossCup Relays. Debognies kende een verdienstelijke zomer. De atleet van OEH kwam in actie op het EK in Berlijn op de 10.000m en werd er 15de na een slimme koers. Op andere afstanden bleef hij echter op zijn honger zitten. Komende winter kan de 22-jarige atleet voor de laatste keer bij de beloften in actie komen. Een gesprek met misschien wel de grootste medaillekandidaat van het EK veldlopen.

Simon Debognies kende een pittig seizoensbegin. Op 19 april liep hij al een 5.000m in de Verenigde Staten, aangezien hij daar samen met zijn trainingsgroep van het Olympic Running Team op hoogtestage verbleef. De eerste race werd met 13’49″35 geen succes. Twee weken later zou hij op Payton Jordan Invitational Meeting in Stanford naar een nieuw BR bij de beloften snellen op de 10.000m. Zijn chrono van 28’25″32 was bijna drie seconden sneller dan het 34 jaar oude record van Raf Wyns. Op de 1500m en 3.000m haalde Debognies niet de gewenste resultaten.

“Ik denk dat mijn zomer uit enkele hoogtepunten bestond met onder meer de Payton Jordan en het EK, maar ik bleef ook met een knagend gevoel zitten. Er waren races waar het echt wel beter had moeten zijn, dan spreek ik voornamelijk over mijn wedstrijden van 5.000m. Volgend jaar hoop ik opnieuw meer te tonen op die afstand, aangezien die stap naar de 10.000m eerder noodzakelijk was vanwege het hoge niveau in België”, verklaarde Debognies.

“Was aangenaam om mikpunten te hebben”

De Structabo CrossCup Relays in Gent gingen de afgelopen jaren telkens naar een ploeg van OEH, waar Debognies en Isaac Kimeli elke jaar al deel van uitmaakten. Thomas De Bock werd dit jaar vervangen door Robin Hendrix die onfortuinlijk ten val kwam bij de start, maar dat kon rechtzetten. Voor Debognies was het wel een signaal om over de Gentse Blaarmeersen te razen. Hij noteerde veruit de snelste tijd op de 3.000m.

Simon Debognies – Foto: Peter Wagemans

“Het was wel even schrikken toen Robin op de grond lag. Het was alsof hij had beslist om de strijd wat spannender te maken (lacht; red.). In tegenstelling tot andere jaren had ik nu wel voorliggers. Zij dienden dan ook als mikpunten, wat het wel aangenaam maakte. Na de eerste ronde had ik iedereen opgeraapt. Dat verliep best vlot. In mijn tweede ronde heb ik onze voorsprong uitgediept. Toen ik de stok aan Isaac gaf, wist ik dat het binnen was. Al blijft het speciaal om vijf keer op rij die Relays te winnen”, legde de specialist in het veld uit.

“Hopelijk zoals Isaac Kimeli in Chia”

Het EK veldlopen wordt een speciale editie voor de atleet van OEH, aangezien hij voor de laatste keer in actie kan komen bij de beloften. Vorig jaar werd Debognies nog zesde op het EK na een wedstrijd waarin het Belgische team het nodige initiatief toonde.

“Ik hoop in de buurt van de medailles te finishen. Daar ga ik alvast alles voor doen. Ik moet natuurlijk nog enkele stappen vooruit zetten daarvoor, maar die zijn voor de komende weken. Uiteraard is het verleidelijk om te kijken waar de concurrentie staat. Het blijft echter van belang om je te focussen op je eigen voorbereidingen. Ik denk dat er een bepaalde stap voorwaarts mogelijk is. Hopelijk is het een beetje zoals bij Isaac in Chia (Kimeli zou toen als derdejaarsbelofte Europees kampioen worden na een indrukwekkende eindsprint; red.). Als ploeg kunnen we ook echt iets doen in Tilburg. Helaas moeten we het zonder sterkhouders Robin Hendrix en Michael Somers doen. Ik ga er echter vanuit dat we met Dorian Boulvin en Dieter Kersten ook al ver kunnen geraken. Er kunnen trouwens nog andere namen opstaan. Opnieuw aan de start komen met een team dat medaillekansen heeft, is des te leuker qua motivatie. Het zou ergens ook zonde zijn om geen ploegen te sturen, want de verplaatsing stelt in tegenstelling tot andere jaren niks voor”, vertelde Debognies.

De zilveren belofteploeg op het EK in Samorin – Foto: Jeroen De Meyer

Van student naar profatleet

Na het EK veldlopen zullen we niet echt moeten zoeken naar de atleet. Hij begint namelijk begin 2019 aan een intensieve opleiding bij Defensie, om vanaf maart als prof te kunnen leven.

“Mijn opleiding begint inderdaad in januari, waardoor ik eigenlijk na het EK niet echt meer in actie zal komen. Dankzij Defensie krijg ik een unieke kans om me nog meer te gaan ontwikkelen als atleet. Dat zal me de komende jaren enorm vooruit stuwen. Normaal gezien zal die opleiding tot half maart duren. Ik volg dezelfde basisopleiding als de andere militairen. Voor een periode van 10 weken zal ik van maandag tot vrijdag op internaat zitten in Leopoldsburg. De weekends breng ik thuis door.  In de tussentijd zal ik voornamelijk mijn conditie onderhouden. Aan wedstrijden en eventuele crossen heb ik echter nog niet gedacht. Dat lijkt me ook niet haalbaar gezien de intensiteit van die opleiding. Mijn studies verdwijnen daardoor echter niet. Als alles meezit, dan zou ik in september 2019 moeten afstuderen. Ik moet dan wel nog enkele examens en mijn masterproef afwerken.”, ging de 22-jarige student TEW aan de VUB voort.

Een planning voor komende zomer ligt absoluut nog niet vast. Een bizarre zomer wordt het echter voor iedereen, met onder meer de invoering van het puntensysteem en het WK dat eind september pas begint. Debognies heeft dan ook andere doelen.

“Van een vaste planning is nog geen sprake. We gaan vooral mikken op de Universiade in Napels, daar wil ik namelijk een medaille pakken op de 5.000m. Of ik al dan niet in staat ben om met het nieuwe systeem in aanmerking te komen voor Doha laat ik voorlopig in het midden. Ik maak er geen doel van, maar indien de kans zich zou voordoen, dan zou ik geen neen zeggen. Het blijft natuurlijk lastig met het oog op de winter die daarop volgt en de Olympische Spelen in Tokio in 2020”, besloot Debognies.