Zaterdagochtend vliegt het grootste deel van de Belgische delegatie naar Berlijn voor het Europees kampioenschap. In de Duitse hoofdstad is al aardig wat atletiekgeschiedenis geschreven, maar zeker in het Belgische hoofdstuk kunnen er nog enkele regels bij. Wat mogen we vanaf maandagnamiddag van onze landgenoten verwachten? In drie delen blikken we vooruit, de start is voor de sprintnummers.

Manon Depuydt – Foto: Peter Wagemans

Manon Depuydt heeft in de jeugdcategorieën al mogen proeven van enkele internationale kampioenschappen. Begin juli kwalificeerde de geboren West-Vlaamse zich op de 200 meter voor het EK in Berlijn, het wordt haar eerste optreden op het allerhoogste niveau. Na een vervelende verkoudheid en een lichte blessure heeft Depuydt op de Nacht van de Atletiek ook haar 100m-record scherper gesteld, de 21-jarige ACME-atlete lijkt helemaal klaar voor haar EK-debuut op vrijdag. Met een besttijd van 23″33 worden de halve finales een flinke opgave, daarvoor zal ze allicht nog enkele tienden rapper moeten. Hoe het ook afloopt, Depuydt heeft dit jaar opnieuw een aanzienlijke stap voorwaarts gezet. Voorin wordt het uitkijken naar een strijd tussen de Britse titelverdedigster Asher-Smith en Nederlandse kleppers Schippers en Samuel.

Bij de heren steekt wereldkampioen Ramil Guliyev er bovenuit, met 19″90 is hij de enige van het Europese pak die dit jaar al onder de 20 seconden wist te duiken. Die magische grens lonkt nog niet voor Robin Vanderbemden, die niettemin aan een fraai seizoen bezig is. Na de Putbosmeeting begin juni sloeg de 24-jarige pupil van François Gourmet even aan het twijfelen, maar van een dipje was amper sprake. Vanderbemden toonde zich twee weken geleden de sterkste op de 300 meter in Luik, in Ninove stelde hij afgelopen weekend nog zijn PR scherper. Goede voortekenen voor de reeksen van de 200 meter op woensdag, als de Belgian Tornado op het juiste moment zijn record (20″43) kan verbeteren dan ligt de weg naar de finale open.

Camille Laus – Foto: Alain Sennesael

Het is een poos geleden dat België op de 400 meter zowel bij de vrouwen als de mannen vertegenwoordigd werd. Camille Laus is zonder meer een van de grootste ontdekkingen dit seizoen, na flink wat jaren op de kortste sprintnummers ligt de enkele baanronde haar als gegoten. Gesteund door ideale omstandigheden kwam ze begin juli in Zwitserland tot 51″49, het Belgisch record op naam van Kim Gevaert bedraagt 51″45. Laus mag na een degelijk optreden in Heusden-Zolder dromen van een finaleplek, al is ook zij op 25-jarige leeftijd toe aan haar EK-debuut. Woensdag wordt ze voor het eerst op gang geschoten en met Cynthia Bolingo is er nog een Belgian Cheetah van de partij. Op de supersnelle piste van La Chaux-de-Fonds lukte ook zij de limiet, met een PR van 52″07 zal Bolingo alvast alles uit de kast moeten halen voor een ticket naar de halve finales. Op het EK voor beloften in Tampere (2013), het WK in Peking (2015) en de Spelen in Rio (2016) betekenden de reeksen van de 200 meter telkens het eindstation, hopelijk brengt de 400 meter haar meer geluk.

Bij de mannen eisen de drie broers Borlée traditiegetrouw een flinke portie internationale aandacht op. Het EK in Berlijn wordt extra speciaal want het is het eerste internationale kampioenschap waarbij ze alle drie individueel aan de start verschijnen, drie broers in de halve finales lijkt bovendien niet onmogelijk. Dylan Borlée heeft de meeste wedstrijden moeten lopen vooraleer hij het EK-ticket te pakken had. De grootste Borlée bleef daarentegen wel gespaard van fysiek ongemak, hetgeen niet kan gezegd worden over Kevin Borlée (hamstringblessure) en Jonathan Borlée (breukje in elleboog). De top 12 van de Europese jaarranglijst is rechtstreeks geplaatst voor de halve finales, de broers Borlée vallen daar net buiten. Coach en vader Jacques Borlée is daar echter niet rouwig om, hij vindt dat vooral de tweelingbroers wedstrijdritme kunnen gebruiken richting de strijd om de medailles.

Met een seizoensbeste van 44″63 is de Brit Matthew Hudson-Smith de te kloppen man, ook de Spanjaard Oscar Husillos bleef al onder de 45 seconden met 44″73. Husillos was deze winter een van de hoofdrolspelers op het WK indoor. Enkele luttele minuten na het vieren van zijn wereldtitel op de 400 meter werd de onfortuinlijke atleet van FC Barcelona gediskwalificeerd na een stap buiten de aangewezen baan. Voorts wordt de Noor Karsten Warholm maar beter in de gaten gehouden, de wereldkampioen op de 400m horden waagt zich net als vorig jaar op het EK beloften eveneens aan de 400 meter vlak. De kaarten liggen dit kampioenschap enigszins anders, in beide disciplines is hij dankzij een top 12-notering op de jaarranglijst al rechtstreeks gekwalificeerd voor de halve finales.

Trekken hordelopers stijgende lijn door? 

Eline Berings – Foto: Urban Memorial

Eline Berings heeft ons op de 100m horden dit jaar rijkelijk verwend. Op de Diamond League-meeting een kleine twee weken geleden in Monaco bleef ze al voor de zevende keer dit seizoen onder de 13 seconden, iets wat haar vorig jaar na een lange blessureperiode maar niet wilde lukken. Berings kende op de meeting in Luik, enkele dagen voor Monaco, haar voorlopige hoogtepunt. Weerom blies de 32-jarige psychologe de tegenstand weg, maar met 12″72 beet ze maar liefst 15 honderdsten uit haar vorige recordtijd. Het Belgisch record van Anne Zagré (12″71 in 2015) staat meer dan ooit op losse schroeven, in Berlijn zijn er met de Duitse Dutkiewicz en de Wit-Russische Talay en Herman slechts drie dames die dit seizoen sneller liepen. Berings mag gezien haar erg constant seizoen denken aan een finaleplek. Wanneer die strijd gestreden is, lijkt enkel vice-Europees kampioene Talay (dit seizoen goed voor 12″41) een maatje te groot. Al is een ongelukje natuurlijk nooit uitgesloten in een hordewedstrijd, opperste concentratie is essentieel. Berings behoort top de 12 van de Europa en komt daardoor pas donderdagavond in de halve finales voor het eerst in actie.

Michael Obasuyi – Foto: Peter Wagemans

Michael Obasuyi is de ietwat verrassende Belgische naam op de 110m horden. Pas in laatste instantie verzekerde de pupil van Patrick Himschoot zich van deze Europese confrontatie, niet zo verwonderlijk na een seizoen waarin het WK junioren centraal stond. Met een vierde plaats zorgde Obasuyi voor een van de nationale uitschieters op die mondiale krachtmeting, nadien schakelde hij merkwaardig vlot over van de horden van 99 centimeter (junioren) naar die van 1m06 (senioren). Met 13″75 tekende de Oostendenaar in Ninove voor een EK-startbewijs en een Belgisch record, donderdag begint zijn eerste Europese ervaring bij de allergrootsten op de allerhoogste horden. Obasuyi’s seizoen kan al lang niet meer stuk.

Hanne Claes met Margo Van Puyvelde in de achtergrond – Foto: Jeroen De Meyer

Op de lage horden, die gespreid over 400 meter, zien we drie landgenotes terug. Hanne Claes mag dankzij haar indrukwekkende 55″20 van het Belgisch kampioenschap rechtstreeks naar de halve finales, hiermee kampeert ze op de zesde plaats van de deelnemerslijst. Voor Margo Van Puyvelde en Justien Grillet start het toernooi anderhalve dag vroeger, de reeksen staan geprogrammeerd op dinsdagvoormiddag. Met respectievelijk 55″95 en 56″31 achter hun naam maken Van Puyvelde en Grillet een goede kans om door te stoten, al zal Grillet na een druk gevuld seizoen wel haar beste beentje moeten voorzetten. Van Puyvelde verbeterde dit seizoen zo goed als elke wedstrijd haar record, als ze hier in Berlijn opnieuw in slaagt dan mogen de reeksen geen probleem vormen. Voor Claes is het zaak om haar krachten verstandig te doseren, op de Nacht van de Atletiek schoot ze nog te voortvarend uit de blokken. Als alle factoren meezitten, dan is het Belgisch record van Ann Mercken (54″95 in 1996) in gevaar.

Maken aflossingsteams reputatie waar? 

De Belgian Cheetahs en de Belgian Tornados zijn vrijdag (reeksen) en hopelijk ook zaterdag (finale) aan zet. Die programmatie is niet onbelangrijk, wetende dat vrijdag zowel de finale van de 400m horden vrouwen en 400 meter mannen wordt betwist. Op zaterdag strijden de individuele 400m-loopsters voor goud, ruim anderhalf uur voor de 4x400m-finale bij de vrouwen. Voor de landgenoten die de individuele finale missen kan dit overladen programma positief uitpakken, ook de twee reserveatleten zien hun kans schoon om één of zelfs tweemaal hun spikes aan te binden.

De Belgian Cheetahs in Heusden-Zolder – Foto: Golazo

Bij de nationale 4x400m-vrouwenploeg is de spoeling nog niet zo dik als bij de heren. Op papier zijn Justien Grillet en Manon Depuydt reserves, Camille Laus vormt samen met Cynthia Bolingo, Hanne Claes en Margo Van Puyvelde het basisteam. De Belgian Cheetahs brachten half juni in deze samenstelling het Belgisch record op 3’29″06, intussen goed voor de vijfde snelste chrono van alle deelnemers. Frankrijk, Polen en Groot-Brittannië liepen dit seizoen al minstens tweeënhalve seconde sneller, al is het maar de vraag of zij in hun sterkste bezetting aan de finale kunnen beginnen. De kaarten worden vrijdag geschud, zaterdag wordt het uitkijken naar wie het snelst (en slimst) kan recupereren.

De bronzen Tornados op het WK indoor in Birmingham – Foto: Erik Van Leeuwen

De Belgian Tornados kunnen de Cheetahs inspireren want zowel op vrijdag als zaterdag komen de mannen eerst in actie. Julien Watrin snoepte in Ninove de zesde en laatste plaats in de aflossingsploeg af van Alexander Doom, op papier behoort hij samen met 200m-loper Robin Vanderbemden tot de invallers. Jonathan Sacoor is een verse kracht in het team, na een druk maar schitterend WK voor junioren laat hij de individuele baanronde in Berlijn voor wat het is en stort hij zich volledig op de aflossingen. Geen overbodige luxe voor de Tornados, die als Europese titelverdediger moeten afrekenen met vaste klant Groot-Brittannië, maar ook Spanje, Frankrijk en Polen zijn ontzettend sterk gewapend. De concurrentie lijkt dan groter dan ooit tevoren, onze landgenoten staan voor een pittige onderneming.

De volledige deelnemerslijst van het Europees kampioenschap in Berlijn vindt u hier.

Op vrijdag vindt u op deze site een vooruitblik op de Belgische getinte afstandsnummers, zaterdag is het tijd voor de kampnummers.