Nadine Visser plaatste zich vrijdag net als Eline Berings voor de halve finales van de 60 meter horden. Haar 8″01 was een stuk sneller dan de 8″20 van onze landgenote, maar echt tevreden was Visser niet.

“Helemaal op het einde kwam ik erin, maar toen moest ik alleen nog dat laatste stukje sprinten”, deed Visser het verhaal van haar race. Haar persoonlijk record staat op 7″91. “Op het stuk tot aan de eerste horde hebben we heel hard gewerkt en dat liep goed, maar dan moet ik dat ook doortrekken. Een goede race kan ik dit zeker niet noemen.”

De Nederlandse (23) brandt van de ambitie, maar beseft dat de kwalificatie in de reeksen het voornaamste was. “De missie voor vandaag is uiteindelijk wel geslaagd. Misschien is het wel zo dat mijn lichaam weet dat het morgen pas moet gebeuren. Ik ben erdoor. Klaar. Een finaleplaats is het doel. Maar het is niet zo dat ik, eens ik daar sta, tevreden zal zijn omdat ik er stond. Als ik in die finale sta, is het om te presteren.”

Visser slaagde er op het WK in Londen in augustus jongstleden in om zowel op de zevenkamp als op de 100 meter horden zevende te worden. Een kunststukje om u tegen te zeggen. Nederland vraagt zich nu af, net als destijds bij Schippers, waarvoor Visser zal kiezen. De coach van Visser is overigens Bart Bennema, die tot een goed jaar geleden ook Schippers coachte. “Ik wil nog geen keuze maken”, zei ze gisteren bij de NOS. “Ik wil laten zien dat er op de meerkamp nog progressie inzit, maar ik voel ook wel dat de horden goed gaan.”

In mei trekt Visser naar Götzis voor de zevenkamp, pas daarna volgt een keuze richting EK in Berlijn. “De combinatie kan niet. Dat laat het tijdsschema niet toe. Het wordt één van de twee.”