Philip Gilson is naast Jacques Borlée de enige Belgische coach met meer dan één atleet op het WK in Londen. De zevenkamp van Hanne Maudens werd geen onverdeeld succes, maar voor de 20-jarige atlete vooral een handige ervaring. Eline Berings heeft ervaring genoeg en hoopt zich vrijdag voor de halve finales te plaatsen in de 100 meter horden. Een gesprek.

Welk gevoel hou je over aan de zevenkamp van Hanne?

“Eén grote leerschool. Na Götzis was het verwachtingspatroon wel heel hoog bij haar, en dan vielen zowel EK als WK een beetje tegen. Maar ik zie dat ze snel bijleert. Ze zegt nu al tegen mij wat ze anders kan aanpakken. In een zevenkamp moet je de zeven proeven even sterk benaderen. Als je een hele slechte of extreem goeie horden loopt, moet je er een uur later weer staan in het hoogspringen. Hanne heeft de capaciteiten, maar zal vooral op mentaal vlak nog moeten evolueren. Met Nafi heeft ze een goed voorbeeld.”

Ze zei ons na afloop dat ze het puntentotaal uit haar hoofd had gezet. Is dat een van die dingen die ze hier geleerd heeft?

Hanne Maudens – foto: Jasper Jacobs

“Inderdaad. De horden bijvoorbeeld was eigenlijk geen tegenvaller, maar dan gaat ze onmiddellijk met Götzis vergelijken en berekenen hoeveel punten ze kwijt is. Ik tel pas voor de 800m, maar zij doet dat nog te veel. Een meerkamper mag zo niet redeneren. Elke meerkamper heeft wel eigen werkpunten. Bij Hanne zitten vijf van haar proeven op exact hetzelfde niveau qua punten, alleen in de werpnummers scoort ze maar 600 punten. Daar ligt het zwaartepunt voor de volgende jaren.”

Is ze ook niet een beetje over haar fysieke piek na Götzis?

“Nee, dat denk ik niet. Dat zat eerder in het hoofd: zenuwen, hoog verwachtingspatroon. Door de spanning vervalt ze ook wat in oude fouten en laat ze ook technisch punten liggen. Die techniek heeft ze dus nog niet 100 procent onder de knie.”

De mentale rust tijdens de zevenkamp, op welke termijn kan ze dat onder de knie krijgen?

“Dat kan ik niet voorspellen. Ik denk dat we op training kleine wedstrijdjes moeten inbouwen, en ook aan wat meer wedstrijden moeten meedoen in één of twee disciplines. Dan kunnen we de wedstrijdspanning proberen te benaderen. Op training focussen we vaak op één aspect, maar op wedstrijd moet alles goed zitten. Die alertheid moeten we wat meer gaan triggeren.”

Als ze nu de ‘perfecte’ zevenkamp zou neerzetten, waar zou ze dan uitkomen?

“Dan denk ik aan 6.250 punten. Maar wie doet er de perfecte meerkamp? Dat is once in a lifetime. We hebben geen puntentotaal in ons hoofd waarbij we uiteindelijk willen uitkomen. Het volgende doel is het EK in Berlijn volgend jaar, met tevoren opnieuw Götzis.”

Over naar Eline Berings. Hoe staat ze ervoor?

“Ik denk dat ze zeker haar niveau van Heusden kan aanhouden. We hebben deze morgen een heel goeie training gedaan uit de startblok en over drie horden. Ze heeft er heel veel zin. Je ziet dat de spanning al begint te komen, maar in positieve zin. Ze leeft er echt naartoe en geniet ervan. En dat heeft ze dubbel en dik verdiend. Die heeft zó hard gewerkt. Dat zij hier als 31-jarige staat na twee gescheurde kruisbanden, ongelofelijk. Twee keer belde ik haar de dag na het ongeluk en zegt zij: ‘Philip, maak u geen zorgen, ik kom terug.’ Dat is onwaarschijnlijk. Zeker op die leeftijd, dan verdient ze alle steun van haar coach. Ze heeft ook geen contract meer, en is eigenlijk gewoon werkloos, terwijl ze met haar diploma en capaciteiten een geweldige psychologe zou zijn. Een halve finale voor Eline, dat zie ik als een medaille.”

Zie je haar prestatie in Heusden als uitschieter of als een chrono die ze hier zeker zal herhalen?

Eline Berings – Foto: Jörgen Lammens

“In Luik nam ze een hele slechte start, geen Berings-start, maar ze loopt een fantastisch tweede deel. Toen zei ik al: ‘als je nu een Berings-start neemt, doe je er een grote hap af.’ Twee dagen later in Gentbrugge loopt ze 13”20 met twee meter tegenwind en zonder tegenstand. In Heusden is het dan 13”02 zonder meewind. Als ze hier meewind heeft, loopt ze onder de 13 seconden.”

Met 13”00 zit je in principe in de halve finale.

“Meestal wel, ja. Maar je moet wat geluk hebben. Ik zag het daarnet in de 400m horden, sommige reeksen gingen veel sneller dan anderen. Hoe dan ook is zij wel iemand die presteert op de grote momenten. Dat zie je al op een BK. Als ze tegen Anne Zagré kan lopen, laat ze het beste van zichzelf zien. Het wordt afwachten.”