Thomas Van der Plaetsen kan na een knieblessure weer zonder kopzorgen de nodige trainingen afwerken richting het outdoorseizoen. De Europese kampioen op de tienkamp moet een trainingsachterstand goedmaken, maar ziet het allesbehalve somber in. Alles draait dit jaar om het WK in Londen en als het even kan wil hij daar de 8.500-puntengrens slopen.

Het Europees indoorkampioenschap in Belgrado zag Van der Plaetsen deze winter aan zijn neus voorbijgaan. Met spijt in het hart, want het zou het eerste indoorkampioenschap worden na zijn ziekte. “Ik had echt zin om weer te tonen wat ik waard was”, blikt de 26-jarige meerkamper terug. “Bovendien mis ik natuurlijk niet graag kampioenschappen én al zeker niet als ik de luxe heb om voorgeselecteerd te zijn.” Het was een knieblessure die roet in het eten gooide. Het startte bij een open wonde die genaaid moest worden, nadien ontstond er ook littekenweefsel. “Dit heeft mijn voorbereiding natuurlijk danig verstoord, want zo’n vier maanden kon ik niet sprinten noch springen. Gelukkig ben ik sinds enkele weken verlost van dat euvel en dankzij alternatieve trainingen heb ik de draad relatief snel weer kunnen oppikken.”

Foto: Jeroen De Meyer

Over naar een stand van zaken. Voorlopig vertoeft Van der Plaetsen in het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch waar hij gedurende twee maanden timmert aan de opbouw voor het zomerseizoen. “Ik voel mij momenteel kerngezond. Ik slaag erin om vrij consistent te acteren op training dus dat stemt me wel heel tevreden.”

Vorig jaar kende de atleet van AC Deinze met een Europese titel in Amsterdam en een achtste plaats in Rio een uitmuntend seizoen, dit jaar wil hij daar graag een schepje bovenop doen. Met het WK-minimum hoeft hij niet bezig te zijn, dankzij twee fraaie scores vorig jaar is hij al zeker van zijn startbewijs. “Alles staat in teken van Londen! Mogelijk werk ik nog een meerkamp af in juni maar dat zullen de trainingen de komende maanden beslissen.”

“Het herstel van mijn knieblessure zal een allesbepalende factor zijn. Als dat vrij snel van de baan is, dan geef ik mezelf wel kans op een totaal van 8.500 punten.” Dat zou een flinke verbetering van zijn record betekenen, dat momenteel 8.332 punten telt. “Ik hoop dat mijn snelheid opnieuw wat dichter bij m’n oude niveau aanleunt. In Rio liet ik ook nog aardig wat punten liggen in het polsstokspringen en ook in het discuswerpen, kogelstoten en speerwerpen moet er nog een hoop te rapen vallen.” Of je dan niet aan de deur van de top vijf van de wereld staat te bonken? “Mannen als Warner en Mayer, die de 9.000 punten stilaan in het vizier krijgen, staan nog een stapje verder dan ik. Máár die kloof wil ik deze zomer graag al een stukje dichten én ook het Belgisch record van Hans Van Alphen (8.519 punten, red.) moet er vroeg of laat aan!”