Dario De Borger is dit seizoen al meermaals in actie gekomen op de hoge horden. De 24-jarige atleet van VAC kan terugblikken op een uitstekende voorbereiding. De komende weken gaat hij op zoek naar zijn beste vorm én een ideale wedstrijd om een gooi te doen naar een selectie voor het EK in Amsterdam en misschien zelfs voor de Olympische Spelen. Wij laten De Borger hieronder aan het woord over zijn voorbereiding en ambities voor deze zomer.

Dario, je hebt het seizoen al vroeg op gang getrapt. Hoe verliepen die eerste wedstrijden en hoe verliep de voorbereiding op deze wedstrijden?

“Dit jaar hebben we ervoor geopteerd om vroeger dan de voorbije jaren aan het seizoen te beginnen. Vooral omdat er niet zoveel wedstrijden zijn om me te kunnen plaatsen voor het EK in Amsterdam. Bovendien heb ik veel wedstrijden nodig om in het juiste competitieritme te geraken. Vandaar de keuze om al vroeg op het seizoen vaak in actie te komen. Mijn eerste wedstrijden verliepen een beetje stroef, omdat mijn snelheid nog niet is wat het zou moeten zijn, maar dat is normaal in deze periode. Vorige week in Vught ging het al degelijk (De Borger liep naar 13”91,[red.]). Die prestatie is behoorlijk representatief  voor wat ik op training presteer.  Alle voorbereidingen naar de zomer toe, waaronder een stage op Tenerife,  zijn vlot verlopen. Qua kracht, herstel en conditie zit ik nu al top. Alleen die snelheid moet nog meekomen!”

Deze zomer mogen we uitkijken naar zowel een EK als de Olympische Spelen? Met welke verwachtingen trek je naar deze toernooien en acht je jezelf in staat om beide limieten te halen?

“Ik richt mijn pijlen op het EK in Amsterdam. Dat wil uiteraard niet zeggen dat ik de Olympische Spelen helemaal links laat liggen, maar ik wil eerst het EK halen. Stel dat ik nog in de buurt van die andere limiet kan komen, dan zie ik wel wat er uit te halen valt.”

Wanneer is dit zomerseizoen voor jou geslaagd?

“Als ik op het EK de halve finales kan bereiken, dan is mijn seizoen al behoorlijk geslaagd. Ik zou echter graag ook mijn persoonlijk record (13”59 in 2013, [red.]) aanscherpen. Slaag ik in beide opzetten, dan ga ik een geslaagd seizoen achter de rug hebben.”

Je mag van ons nog één iemand meenemen naar zowel Amsterdam als Rio de Janeiro. Wél met één voorwaarde: het moet een Belgische atleet of atlete zijn. Wie wordt het?

“Ik ken verschillende goede atleten die ik het zou gunnen, maar als ik dan toch echt moet kiezen dan ga ik Bram Ghuys. Als atleet heeft hij gezonde ambities en talent. Bovendien is hij een goede vriend!”

Je nam vorig jaar deel aan de mixed hurdles race op de Memorial Van Damme én je won die ook met verve. Moeten er meer zo’n disciplines ontstaan om atletiek aantrekkelijker te maken?   

“Ik vind dat er zeker meer mag geëxperimenteerd worden op dat vlak, want het is zowel voor de atleten als voor de toeschouwers een bijzondere ervaring. Ook afvallingsraces op middellange afstanden moeten zeker een kans krijgen op het hoger toneel!”