Koen Naert (26) sloeg de Belgische atletiekwereld vorig jaar met verstomming toen hij in de marathon van Berlijn als eerste Europeaan over de meet kwam. De West-Vlaming combineerde tot voor kort zijn job als verpleger met topsport. In 2016 ziet Naert zijn Olympische droom in vervulling gaan. Een bijdrage van Laurens Soenen

Foto: Noémie Lins
Foto: Noémie Lins

Begin 2015 hingen er donkere wolken boven het hoofd van Koen Naert. Omdat zijn profcontract bij Topsport Vlaanderen afliep, rees de vraag of en hoe hij zijn atletiekcarrière zou verderzetten. Met de steun van zijn vrouw sloeg Naert het roer helemaal om. Hij legde zich vanaf januari volledig op de marathon toe. Enkele maanden later snelde Naert in Berlijn tussen de beste marathonlopers ter wereld naar de zevende plaats, zette hij de vierde beste Belgische marathontijd ooit neer en kwalificeerde hij zich zo goed als zeker voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro.

Terwijl zijn concurrenten zich als voltijdse prof op de gerenommeerde marathon van Berlijn konden voorbereiden, moest Naert zijn werk- en trainingsschema op elkaar afstemmen. De West-Vlaming werkte op dat moment namelijk met een 4/5de-contract als verpleger in het brandwondencentrum van Neder-Over-Heembeek. “Vooral de nachtshiften waren lastig, omdat ze mijn bioritme volledig verstoorden. Een keer per week deed ik ook een dubbele shift. Dat waren heel lange dagen, maar dan was ik een dag extra in de week thuis. Gelukkig had ik collega’s die bereid waren nachten over te nemen”, vertelt Naert.

Opofferingen

Niet alleen Naert’s collega’s, maar ook zijn vrienden en familie sprongen in de bres wanneer dat nodig is. “Ik heb een druk en zwaar jaar achter de rug. Dankzij de hulp van vrienden en familie is het evenwel altijd gelukt om werk en sport te combineren”, aldus Naert. “Toch wegen de opofferingen soms zwaar. Ik ben bijvoorbeeld zelden op familiefeesten. Ik leef geen normaal leven. Bovendien weegt de onzekerheid zwaar. Alles is zo duur geworden. De keuze om dan een jaar alles op je sport te zetten, is niet eenvoudig. Zeker als je al alleen woont of in mijn geval getrouwd bent. Dan kan je gewoonweg niet van één loon leven. Dat is jammer genoeg de harde waarheid.”

“Als atleet werk je enorm hard, maar er zijn erg weinig kansen. Ik heb het niet alleen over mezelf, maar over iedere jongere die vandaag aan atletiek doet. Ik denk dat er veel talent verloren gaat, omdat de opportuniteitskosten te groot zijn. Veel atleten haken halverwege af, ook tijdens hun studies, omdat ze op heel weinig ondersteuning kunnen rekenen. Als je vervolgens moet kiezen tussen een diploma nastreven of zelf in de sport investeren, dan kan ik erin komen dat heel veel studenten voor jobzekerheid kiezen”, legt Naert uit.

Zelfs na de marathon van Berlijn stonden de sponsors niet aan Naert’s deur te drummen. Het was uiteindelijk de Waals-Brusselse sportfederatie ADEPS die hem tot de Olympische Spelen van Rio de Janeiro een tijdelijk profstatuut verleende. “Ik was eigenlijk al sinds Hamburg (zijn eerste marathon, red.) opnieuw naar sponsors op zoek, omdat ik echt ten volle naar Rio wilde toewerken, maar als individuele atleet is het heel moeilijk om zomaar naar een bedrijf toe te stappen. Er zijn wel sponsors die naar je verhaal willen luisteren, maar er zijn er weinig die effectief de stap zetten.”

Koen Naert op het EK veldlopen - Foto: Jeroen De Meyer
Koen Naert op het EK veldlopen – Foto: Jeroen De Meyer

Clubrecord kogelstoten

Zijn nieuwe, tijdelijke profcontract moet Naert toelaten om richting de Olympische Spelen enkele procentjes te groeien. “Ik kan mijn trainingskilometers nog opdrijven. Twee trainingen extra per week kunnen een groot verschil maken. Bovendien zal ik meer recuperatietijd hebben. Ik weet dat als ik opnieuw meer kan rusten, de kans op blessures en kleine kwaaltjes snel naar beneden gaat. Het is vooral belangrijk om de komende maanden gezond te blijven. Uiteindelijk moet mijn lichaam de lange inspanningen aankunnen. Ook op voedingsgebied leer ik nog elke dag bij. Voedingsdeskundige Gino Devriendt heeft me enorm geholpen bij het opstellen van mijn eet- en drinkschema voor de marathon. Daarnaast krijg ik heel veel tips van andere atleten zoals Pieter-Jan Hannes.”

“Ik heb het voorbije jaar vooral mentaal progressie gemaakt”, vertelt Naert. Hoe zich dat in de marathon zelf uit? “Ik probeer alles positief te zien. Alles wat gebeurt, buig ik in iets positiefs om. Als bijvoorbeeld de zon schijnt, dan denk ik dat de zonnestralen me extra energie zullen geven. Ik ben voortdurend tegen mezelf aan het praten: ik heb bepaalde citaten in mijn hoofd, denk terug aan hoe ik lastige momenten op training overwonnen heb en probeer bovenal plezier aan het lopen te beleven. Hoe verzuurd mijn benen ook aanvoelen.”

Naert zou het liefst nog tot de Olympische Spelen in Tokyo doorgaan. “Ik ben begonnen als 6-jarige. Ik denk niet dat ik toen al wist wat een marathon was. In mijn jonge jaren deed ik aan vierkamp. Bijna twintig jaar later staat het clubrecord kogelstoten nog altijd op mijn naam. Ik ben daar erg trots op. Het doet me telkens weer inzien hoe je als atleet kunt evolueren. Waarom zou ik de komende vijf jaar dus niet naar een absolute piek kunnen toegroeien?”