Pieter Vierendeels, 23 jaar en in zijn eerste jaar als trainer meteen een atleet op het Europees kampioenschap veldlopen. Wij legden Pieter enkele vragen voor en lieten hem aan het woord over zijn ‘pupil’ Stijn Garain.
Op je 23 jaar je actieve carrière als atleet stopzetten om het proberen te maken als trainer, geen voor de hand liggende keuze, voor Pieter echter een logische stap want het trainerschap trok hem altijd al aan. “Als atleet wou ik al begrijpen welk nut bepaalde trainingen hadden. Ik probeerde dan ook veel te lezen en me regelmatig bij te scholen. Wat mij vooral aantrekt aan het trainerschap is de complexiteit. De werking van het menselijk lichaam is toch wel complex en de wetenschap staat ook niet stil. Bovendien is de trainingsleer geen exacte wetenschap. Er zijn dus veel mogelijkheden om een bepaald doel te bereiken. Ook is elke atleet anders, wat het er ook niet makkelijker op maakt. Ik vind het dus enorm boeiend om voor een atleet een bepaald pad uit te stippelen en keuzes te maken richting een bepaald doel. Als trainer zit je eigenlijk continu te puzzelen met bepaalde trainingsdoelstellingen. Je denkt wel 100 keer neer voor je een bepaald puzzelstuk legt, al weet je vooraf nooit zeker of die voor de volle 100% zal passen in het geheel. Trainen is dus continu wikken en wegen, maar vooral bijsturen. Die uitdagingen maken het trainerschap des te boeiender.”
Met Stijn Garain heeft Pieter onmiddellijk een goudhaantje in zijn trainingsgroep van momenteel 5 atleten. In de toekomst wil hij zijn groep graag nog uitbreiden en als we hem naar zijn ambities vragen als trainer richt hij zijn pijlen vooral op de jonge talenten. “Als ik 1 ambitie heb als trainer is het toch wel om talentvolle jongeren te laten doorgroeien en te laten presteren wanneer het moet (op latere leeftijd dus). Het interesseert mij dus weinig welke tijden een atleet loopt als cadet/scholier, des te meer wat zijn trainingsachtergrond is en welke stappen hij moet zetten om succesvol te worden als senior.”
Om die (jonge) talenten jaar op jaar de nodige progressie te laten maken heeft Pieter uiteraard ook een trainingsvisie die enerzijds strookt met de veel gebruikte manieren van werken en anderzijds toch wat eigen ideeën herbergt. “Zoals bij elke (halve) fond coach, vormt de uithouding de fundering van mijn trainingsfilosofie. In een lange basisperiode wordt er vooral extensief doch efficiënt gewerkt.” Wat minder vaak voorkomend is, is de combinatie met het snelheidswerk dat Pieter in deze periode maakt. “De basisperiode is echter ook de periode van extremen want naast extensieve duurlopen staat er ook pure snelheid op het programma. Doorheen het seizoen wordt zowel het uithoudingswerk als het snelheidswerk dan specifieker en dit alles natuurlijk afhankelijk van de atleet en de disciplines.”
Het hoogtepunt van Pieters jonge carrière als trainer viel tijdens de Crosscup van Roeselare waar Stijn Garain zich kon plaatsen voor het EK van dit weekend. Dat Stijn na heel wat blessureleed nu al opnieuw op dit niveau zou lopen had ook Pieter niet verwacht. “Stijn hervatte pas in januari-februari van dit jaar voorzichtig de looptrainingen. Dat was ook het moment waarop onze samenwerking startte, zij het vooral met het plan hem weer 100% blessurevrij te maken omdat ik me op dat moment nog niet klaar voelde om al aan de slag te gaan met een atleet van dat kaliber.” Ondertussen is Stijn echter weer 100% atleet en verloopt de samenwerking nog altijd heel goed tussen beide. “Stijn kwam het zomerseizoen zonder noemenswaardige blessures door, dus ik wist dat hij wel een sterk winterseizoen kon draaien. De eerste trainingen van het winterseizoen bevestigden dit ook, al zorgde de Lotto CrossCup-manche van Mol misschien wat voor onzekerheid. Maar Roeselare bevestigde dus mijn vermoedens. De prestatie in Roeselare was een leuke bevestiging van de afgewerkte trainingsarbeid. De absolute “piek” had ik vooraf altijd ingepland in het weekend van het EK en Brussel. Dus normaal gezien moet hij nu nog een paar procentjes beter zijn dan in Roeselare. Gezien de diversiteit van het deelnemersveld is het moeilijk om een plaats te voorspellen. Maar het parcours en de omstandigheden spelen wel in zijn voordeel. Ik ben tevreden als hij een progressieve wedstrijd kan afwerken zoals in Roeselare.”
Wat verder in de toekomst kijkend zegt Pieter het volgende over Stijn. “Ik ken Stijn ondertussen meer dan 15 jaar, dus ik ken ook zijn talent. Ik heb ook altijd gezegd dat Stijn pas top gaat zijn als hij eens een periode ononderbroken kan trainen. Dus laat ons hopen dat hij deze winter zonder kleerscheuren kan doorkomen. Komend zomerseizoen zal dan vooral gebruikt worden om te investeren. Zo staat er geen 10.000m op het programma, maar gaan we voor een snelle 5.000m.
Seizoen 2015-2016 wordt een belangrijk seizoen. In dat seizoen staat het EK cross en het EK outdoor in Amsterdam al in het rood aangekruist. Na dat seizoen zal hij dan waarschijnlijk overstappen naar het langere werk.”
Als afsluiter heeft onze jonge trainer in de kijker ook nog een tip voor andere jonge of minder jonge beginnende trainers: “Als ik één tip kan meegeven is dat passie voor de sport het startpunt van een trainer moet zijn. Zonder die passie hou je het niet vol om pakweg 90% van je vrije tijd met atletiek bezig te zijn.”
