In ’10 vragen aan 10 beloftevolle tieners’ gaan wij op zoek naar 10 beloftevolle Belgische scholieren om 10 (interessante) vragen te stellen. Na Lotte Scheldeman en Hanne Maudens is het nu de beurt aan Chloë Beaucarne. De hordeloopster van AC Deinze won vorig jaar zilver op het EYOF in Utrecht en kwalificeerde zich in Baku voor de Olympische Jeugdspelen in Nanjing, waar men de atletiekcompetitie morgen aanvat. Ook op de vlakke sprint kan Beaucarne aardig uit de voeten, want op het BK AC werd ze met 11.92 6de op de 100m.

1) Op welke manier ben je met atletiek in contact gekomen? Via familie, vrienden, tv of internet(of op een andere manier)?

“Toen ik op de lagere school meedeed aan een scholencompetitie en die ook won raadde een leerkracht me aan om atletiek te proberen en sindsdien doe ik aan atletiek.”

Foto: Tomas Sisk
Foto: Tomas Sisk

2) Hoe combineer je atletiek met school?

“Ik zit op de topsportschool in Gent. Beter kan het volgens mij niet qua combinatie tussen school en sport. De lessenroosters worden aangepast aan onze trainingen. Er wordt ook rekening gehouden met wedstrijden in binnen –en buitenland.”

3) Je presteert goed op de horden maar op de vlakke sprint loop je ook sterk, wat doe je dan het liefst? 

“De vlakke sprint is zeker leuk als afwisseling en ik loop ook graag eens vlak, maar de horden dat doe ik toch net iets liever.”

4)  Jij werd gedelibereerd voor het EYOT in Baku en daar toonde je dat deze deliberatie terecht was door een met een PR in de finale een ticket voor China mee te brengen. Vind je dat de Belgische limieten te scherp zijn? Denk je dat dit vooral om financiële redenen draait of wil de federatie zorgen zoals andere landen voor kleine kwalitatieve delegaties zoals bv. Frankrijk het met succes deed op het WK indoor?

“Te scherp misschien, maar in Baku was die limiet nodig om die finale te halen. Het moeilijkste was dat er maar weinig wedstrijden waren voor Baku, waardoor er de druk was om die limiet te lopen. Die scherpe limieten bieden echter wel een voordeel als de atleten die prestatie kunnen herhalen want dan geraken ze vaak ver in het kampioenschap. Het financiële plaatje zal ook wel meespelen omdat het soms echt verre reizen zijn. Bij mij speelde ook het feit dat ik op 1 honderdste van de limiet was gestrand mee en dan is er van deliberatie sneller sprake. Had ik de limiet op 5 of 6 honderdsten benaderd dan was er denk ik geen sprake geweest van deliberatie.”

Foto: Tomas Sisk
Foto: Tomas Sisk

5) Als je zou moeten kiezen tussen het EYOF-kampioenschap of het EYOT, wat was dan de mooiste ervaring?

“Utrecht (het EYOF) was de mooiste ervaring omdat het de eerste internationale ervaring was voor mij. Het was een heel grote wedstrijd, met een grote Belgische delegatie én de sfeer zat er erg goed in. Baku was anders, het ging hier eigenlijk om een kwalificatiewedstrijd en daarom was het doel ook anders dan op de EYOF omdat we in Baku voluit gingen voor de selectie voor Nanjing. We waren met een veel kleinere delegatie en de sfeer was ook iets minder, maar sportief was deze ervaring mooier.”

6) Spookt het ondertussen al elf jaar oude Belgisch scholierenrecord van Eline Berings (13.34) soms door je hoofd aangezien je al tot 13.56 kwam dit seizoen? 

“Natuurlijk denk ik daar wel eens aan en misschien zit het er wel in mits ideale omstandigheden. Maar het is geen doel op zich en ik focus er niet te veel op, want ik wil de lat zeker niet te hoog leggen.”

7 ) Utrecht, Baku en nu Nanjing, je hebt al ervaring op internationale kampioenschappen. Hoop je dat die ervaring in China ook van pas komt (stress, voeding etc.)?

“Deze ervaring zal zeker van pas komen omdat ik ondertussen al weet hoe het ongeveer gaat op zo een kampioenschap. Ik probeer dit niet te zien als een grote wedstrijd, ik probeer jet aan te vatten als een gewone wedstrijd. Baku was qua infrastructuur toch al even een wauw-gevoel in vergelijking met wat we gewoon zijn, want het was een stadion van ongeveer dezelfde grootte als het Koning Boudewijnstadion. Maar in China wordt alles nog net dat tikkeltje groter.”

8) Met welke doelstelling vertrek je naar Nanjing? Hoop je op een ereplaats of ben je al blij als je persoonlijke beste verbeterd zou zijn?

“Ik wil zeker in die finale geraken al dan niet met een PR. Ik zou het liefst terugkeren met een finaleplaats en een PR hoeft dan niet, maar het zou het zeker extra mooi maken.”

Foto: Tomas Sisk
Foto: Tomas Sisk

9) Hoop je dat je met deze ervaring ook ooit op de Olympische Spelen komt te staan?

“Bij elke atleet speelt dat toch wel door het hoofd, want dat is toch de grootste droom én het hoogst haalbare als atleet. Het is dan ook een voorbereiding op de volgende Olympische Spelen van Rio en Tokyo. Er zijn ook al veel gelijkenissen met de echte Spelen zoals het Olympisch dorp, de openingsceremonie en dat de jeugdspelen ook om de 4 jaar gehouden worden.”

10) Als je het kan opnemen tegen om het even welke atleet uit de geschiedenis, tegen wie zou je dan het liefst uitkomen?

“Ja, een hordewedstrijd tegen de Belgische toppers zoals Zagré, Berings, Missinne en Lindemans zie ik wel zitten. Op internationaal vlak zou ik graag eens willen lopen tegen mijn idool Sally Pearson, want zij loopt gewoon perfect over de horden. Vorig jaar had ik al de kans om een training af te werken met haar dankzij de Adidas Clinic de week voorafgaand aan de Memorial Van Damme. Dat op zich was al een fantastische ervaring.”