Tienkamper Hans Van Alphen was deze ochtend uitgenodigd op het één-programma De Zevende Dag. Hij werd er vragen gesteld over het komende steroïdenpaspoort – naar analogie van het huidig actieve bloedpaspoort – dat zou ingevoerd worden. Ook dopingexpert Peter Van Eenoo sprak veelbelovend over het nieuwe systeem. 

“Als je voor een dopingvrije sport staat, is alles goed om de valsspelers eruit te halen”, klonk Hans Van Alphen. “Als zo’n steroïdenpaspoort weer heel wat atleten weet te betrappen of af te schrikken, dan kan ik dat alleen maar toejuichen.” Dat daar vaak (ongelegen) controles bijhoren, kan onze beste nationale meerkamper mee leven. “Dat ik vaak ’s morgens vroeg uit mijn bed wordt gelicht om een dopingcontrole te ondergaan, is natuurlijk niet leuk. Net als je eens denkt uit te slapen, hangt er een controleur om 6u ’s morgens aan je bel. Als atleet vind ik echter dat je die kleine opoffering moet maken, als je voor een dopingvrije sport wilt gaan.”

Dopingexpert Peter Van Eenoo was lovend over het nieuw in te voeren steroïdenpaspoort. “Het nieuwe paspoort zal een serieuze verbetering zijn van de huidige manier van testen. Bijvoorbeeld het goede oude testosteron, op dit moment nog steeds het meest gebruikte dopingmiddel, zullen we er beter mee kunnen opsporen. Bij de blank bevolking scheidt zo’n 10 procent immers amper testosteron of zijn metabolieten uit via de urine en zijn die personen amper te betrappen met het huidige systeem. Bij de Aziatische bevolking kan zelfs tot 90% onder de radar blijven. Door nu gebruik te maken van individuele statistieken, en niet langer van populatiestatistieken, kunnen ook deze sporters betrapt worden.”

Een vaak gehoorde kritiek over het bloedpaspoort is dat het tonnen geld kost en veel nationale sportbonden spenderen er niet graag al hun budget aan. “Dat is niet van toepassing op het steroïdenpaspoort”, zegt Van Eenoo. “Elke atleet wordt nu al gecontroleerd op zijn steroïden. Het enige wat nu nog moet gebeuren is die informatie opslaan in een databank, zodat vergelijking in tijd mogelijk wordt. Zo gaan we zelfs amper drie stalen nodig hebben om een atleet te kunnen veroordelen. Dat zijn grote verschillen met het bloedpaspoort, wat heel wat complexer was bij de invoer ervan.”